Quiz Hoofdstuk 29 Campbell

• Biologie
• HBO
• Studiejaar 2

Quiz Hoofdstuk 29

Welke van de volgende uitdagingen moesten planten overwinnen toen ze naar het land verhuisden?

1. Minder beschikbare CO2 in de atmosfeer dan in de oceanen
2. Veel herbivoren op het land
3. Uitdroging
4. Concurrentie van andere fotosynthetische organismen zoals cyanobacterïen

Een belangrijke indeling in plantensystematiek is gebaseerd op het feit of een bepaalde soort
_________ heeft.

1. Apicale meristemen
2. Gametofyten
3. Sporofyten
4. Vaatweefsel

Waar zou je een varengametofyt vinden?

1. Aan de onderkant van het blad (varenblad)
2. In een zoetwaterstroom
3. Op vochtige grond
4. Gehecht aan de ondergrondse stengel (zhizoïden)

Wat is een belangrijk verschil tussen de afwisseling van generaties in planten en seksuele
voorplanting in niet-plantaardige organismen?

1. In planten zijn de haploïde en diploïde stadia beide meercellig.
2. Bij planten is alleen het haploïde stadium meercellig.
3. Bij planten is haploïde generatie altijd afhankelijk van de diploïde generatie.
4. In ander seksueel voortplantende organismen zijn de haploïde en diploïde generaties beide meercellig.

Water wordt voornamelijk in mossen gebracht door _______

1. bladeren
2. wortels
3. Xyleem
4. diffusie door alle cellen

Hoe worden gameten geproduceerd door bryofyten?

1. Door mitose van gametofytcellen
2. Door meiose van gametofytcellen
3. Door meiose van sporofytcellen
4. Door meiose van sporen

Welke van de volgende is waar voor de levenscyclus van byrofyten?

1. Geen van de vermelde beweringen is waar voor de levenscyclus van mossen.
2. De gametofyt blijft gehecht aan en afhankelijk van de sporofyt.
3. Gameten worden getransporteerd door mutualismen met dieren.
4. Een vochtige omgeving is vereist voor seksuele voortplanting.

Om meiose in varens te onderzoeken, zou je ________ bestuderen.

1. zowel de archegonia als de sporangia
2. de sproangiën
3. de antheridia
4. de archegonia

Einde