This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 8 min
Items in this lesson
3.5 evolutie
Slide 1 - Slide
even herhalen
Slide 2 - Slide
Vertel in je eigen woorden wat genotype en fenotype is?
Slide 3 - Open question
Leg uit hoe het komt dat Joyce de enige in haar gezin is met stijl haar
Slide 4 - Open question
Vertel in je eigen worden wat mutatie betekend en noem een voorbeeld van een mutant
Slide 5 - Open question
Hoe noemen we stoffen die mutatie kunnen veroozaken?
Slide 6 - Open question
leerdoelen
3.6.1 Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.
3.6.2 Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.
Slide 7 - Slide
Soorten en rassen
Soort = Organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
ras = Groep organismen binnen een soort die verschilt van de rest van de soort. Rassen zijn kunstmatig ontstaan, bijv. door fokken en kweken.
Slide 8 - Slide
Wat is evolutie?
Evolutie is de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
Slide 9 - Slide
Evolutie
- Charles Darwin was de belangrijkste bedenken van de evolutietheorie.
De theorie gaat uit van 3 dingen:
1. verandering in genotype.
2. natuurlijke selectie.
3. ontstaan van nieuwe soorten.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Verandering in genotype
Populatie = een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich met elkaar kunnen voortplanten.
- Nieuwe genotypen ontstaan (voortplanting & mutaties)
- Diversiteit in een populatie
Slide 12 - Slide
Natuurlijke selectie
Natuurlijke selectie = Proces dat leidt tot het overleven van een organisme dat zich vergeleken met soortgenoten het best heeft aangepast aan de omgeving. (survival of the fittest)
- verandering in genotype en fenotype!
Wordt bepaald door:
- genotype
- milieu
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Het ontstaan van nieuwe soorten
Als de verschillende vormen van een soort zich niet meer met elkaar voortplanten, kunnen na lange tijd twee soorten ontstaan. De vormen gaan dan zoveel van elkaar verschillen, dat ze niet meer met elkaar kunnen voortplanten.