Uitleg Spelling 10+11: Trema, apostrof, accenttekens, getallen

Uitleg Spelling paragraaf 
- 10: trema, apostrof, accent
- 11: getallen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Uitleg Spelling paragraaf 
- 10: trema, apostrof, accent
- 11: getallen

Slide 1 - Slide

Leerdoel 1: trema's, apostrofs en accenttekens correct gebruiken

Leerdoel 2: ik weet wanneer ik getallen als cijfers of letters moet weergeven 


Slide 2 - Slide

10. trema, apostrof, accent
Stencil Spelling, par. 10: trema, apostrof, accent

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Theorie trema
Het trema voorkomt uitspraakproblemen in woorden die geen samenstelling zijn. Je plaatst de trema op de eerste letter van de volgende lettergreep. 

kopiëren
officiële 

Slide 5 - Slide

Theorie apostrof 
Je gebruikt een apostrof om aan te geven dat je een letter (of letters) hebt weggelaten. 
's Ochtends, Truus' tas, Wilders' betoog

Om uitspraakproblemen te voorkomen: mama's, Lex' tas, maar Robs (want geen uitspraakprobleem)


Slide 6 - Slide

Accenttekens 
Accent aigu = é (Eén, als de zin hiermee begint) Het accent is lang
Accent grave = è (ja, hè!) Het accent is kort
Accent circonflexe = ê (enquête, frêle, gemêleerd, gênant, tête-à-tête). Er komt doorgaans geen accent circonflexe op de a, i, o en u: chateau, compote, controle, crouton, debacle, diner, paté, ragout, zone. 

Slide 7 - Slide

Met trema 
Zonder trema
efficient
coordinatie
elektricien
geijsbeerd
genitalien
geinfiltreerd
dubieus
gelinieerd
heroine
uitzaaiingen
naief
industrieel
Italie
industriele
reunie
financien

Slide 8 - Drag question

met trema
zonder trema
coordinatie
frobelen
deodorant
poezie
patient
varieren
ontdooiing
beinvloeden

Slide 9 - Drag question

Apostrof
Trema

Accent
tv's
paraplu's 
patiënt
crèche 
enquête 

Slide 10 - Drag question

Meervouden op -ee en -ie
-ën achter het woord
-n achter het woord en trema op e (ë)
therapie
mysterie
porie
olie
trofee
snee

Slide 11 - Drag question

-e + trema toevoegen
industrieën
alleen trema toevoegen
bacteriën
olie
democratie
melodie
kolonie
categorie
biografie
allergie
kopie
porie

Slide 12 - Drag question

Geef aan welke woorden een trema nodig hebben, welke een koppelteken en welke correct gespeld zijn.
Correct gespeld
Trema nodig
Koppelteken nodig
financieel
antiaanbaklaag
skiongeluk
dietiste
melodieen
on Amerikaans
geupload

Slide 13 - Drag question

coordinatie 

officieel 
officiele 
poezie
patient
mecanicien 
museum
dieet
Met trema
Zonder trema

Slide 14 - Drag question

geen trema 





























trema
atheneum
egoisme
drieendertig
gekopieerd 
officieel 

Slide 15 - Drag question

Schrijf je de onderstaande woorden met of zonder trema?
Met trema 
Zonder trema
efficient
coordinatie
elektricien
geijsbeerd
allergieen
petroleum
gelinieerd
uitzaaiingen
naief
reunie
financien
tweeendertig

Slide 16 - Drag question

met apostrof 
zonder apostrof
met trema
zonder trema
Beatrix hoed
elektricien
olien
annes dagboek
naief
Frits fiets
A4 tje
s Gravenhage

Slide 17 - Drag question

Goed geschreven, want er is geen klinkerbotsing.
Fout geschreven. Het moet met een koppelteken, want het is een samenstelling.
Fout geschreven. Het moet met een trema.
beargumenteren
reunie
$teken
WKwedstrijd
coordinator

Slide 18 - Drag question

Goed geschreven, want er is geen klinkerbotsing.
Fout geschreven. Het moet met een koppelteken, want het is een samenstelling.
Fout geschreven. Het moet met een trema.
Fout geschreven. Het moet met een apostrof.
puppys
reunie
wctje
WKwedstrijd

Slide 19 - Drag question

Goed geschreven, want er is geen klinkerbotsing.
Fout geschreven. Het moet met een koppelteken, want het is een samenstelling.
Fout geschreven. Het moet met een trema.
Fout geschreven. Het moet met een apostrof.
solooptreden
televisieuitzending
toiletsprays
uberhaupt
zelfontplooiing

Slide 20 - Drag question

11. getallen
Stencil Spelling, par. 11: getallen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Samengevat:
Je schrijft getallen in letters voor: 
- getallen tot twintig: twee, negen, zeventien, achtste, de negentiende eeuw;
- tientallen tot honderd: twintig, vijftig, tachtigste;
- honderdtallen tot duizend: driehonderd, negenhonderd;
- duizendtallen tot en met twaalfduizend: zesduizend, tienduizendste; 
- de woorden miljoen, miljard, biljoen, enz. en: vier miljoen, zeven miljardste.

Slide 23 - Slide

Samengevat:
Je schrijft getallen in cijfers voor: 
      - getallen boven de twintig
      - maten                                       -  bedragen
      - gewichten                              -  telefoonnummers
      - data                                           -  percentages
      - exacte tijdstippen



Slide 24 - Slide

Samengevat:
Let op!
    -  Je schrijft breuken los: een vierde (1/4)
        Behalve in een samenstelling (tweekwartsmaat, tweeënhalf)
   -   Als in een zin twee regels door elkaar lopen dan gebruik je beide keren              cijfers. 
   -   Bij grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en                    letters.
   -   Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema (drieënhalf).

Slide 25 - Slide


Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 26 - Quiz



De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60

Slide 27 - Quiz


De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 28 - Quiz


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 29 - Quiz

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 30 - Quiz

Huiswerk
- Spelling paragraaf 10 opdr. 1 t/m 5
- Spelling paragraaf 11 opdr. 1

- Klaar? Werk aan je recensie of leesboek uitlezen Dat scheelt je straks weer tijd! Inleveren: vrijdag 13 december voor 23:59 uur.

Slide 31 - Slide

Ik heb het lesdoel van paragraaf 11 bereikt: ik weet wanneer ik getallen in letters moet schrijven.
A
Zeker
B
mogelijk
C
zwak
D
ik moet nog goed oefenen

Slide 32 - Quiz