16-1: Schrijfvaardigheid - van alles wat

écrire une lettre ou un mail
Dans ce cours on va réviser les règles pour écrire correctement une lettre ou un mail en français


lees nu eerst p 16 tm 19 van je manuel
timer
4:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

écrire une lettre ou un mail
Dans ce cours on va réviser les règles pour écrire correctement une lettre ou un mail en français


lees nu eerst p 16 tm 19 van je manuel
timer
4:00

Slide 1 - Slide

afspraken voor mail/brief:
waar moet je op letten?

Slide 2 - Mind map

Je wilt een plaats reserveren op een camping in Frankrijk. Je hebt het mailadres gevonden op de site van de camping - is dit een formele of een informele mail?
A
Formele mail
B
Informele mail

Slide 3 - Quiz

Welk woord gebruik je als onderwerp bovenaan deze mail naar de camping?

Slide 4 - Open question

Wat is een juiste aanhef boven deze mail naar de camping?
A
Monsieur Lebrun,
B
Madame, Monsieur,
C
Cher Marc,
D
Madame,

Slide 5 - Quiz

Wat is jouw eerste zin van deze mail naar de camping?

Slide 6 - Open question

Wat is een goede afsluiting van deze mail naar de camping?

Slide 7 - Open question

Bekijk de volgende opmaak van een sollicitatiebrief. Welke fouten zijn er?
Eigen adres

Adres van werkgever

Oosterwolde, 18 janvier 2022
Sujet: Solllicitation

Slide 8 - Open question

Je schrijft een mail naar Marie-Claire, een Frans meisje dat je hebt ontmoet tijdens de Parijsreis. Welke aanhef is niet juist?
A
Cher Marie-Claire,
B
Madame,
C
Bonjour Marie-Claire,
D
Salut Marie-Claire,

Slide 9 - Quiz

Je stuurt Marie-Claire een kaartje. Moet je hier een datum op zetten?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Wat is een goede afsluiting op het kaartje naar Marie-Claire?

Slide 11 - Open question

In welk geval moet je de datum vermelden?
A
Informele mail
B
Formele mail
C
Informele brief
D
Formele brief

Slide 12 - Quiz

Schrijf op een juiste manier de datum van vandaag op en de datum van zondag 1 december.

Slide 13 - Open question

Hoe vraag je Marie- Claire of ze bij jou wil komen om vakantie te houden?
A
Tu peux venir visiter les vacances ici?
B
Tu veux venir chez moi passer les vacances?
C
Tu peux venir chez moi pendant les vacances?
D
Tu veux venir ici pour les vacances?

Slide 14 - Quiz

ik neem de uitnodiging aan=

Slide 15 - Mind map

hoe zeg je dat je van reizen houdt?
A
J'aime traverser
B
j'aime travailler
C
j'aime voyager

Slide 16 - Quiz

ik kan helaas niet bij je komen =

Slide 17 - Mind map

het sollicitatie gesprek =
A
la conversation de travail
B
la recherche d'un poste
C
le contrat de travail
D
l'entretien d'embauche

Slide 18 - Quiz

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
ont
as
avons
avez
ai
a

Slide 19 - Drag question

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
sont
es
sommes
êtes
suis
est

Slide 20 - Drag question

Welk voorzetsel hoort op de streep? Noteer alleen het Franse voorzetsel.
Il habite ___ Oosterwolde.

Slide 21 - Open question

Sleep de steden en de landen naar het juiste voorzetsel.
à
en
au
aux
Joure
Pays-Bas
Oosterwolde
Suède
Sénégal
Maroc
Angleterre
États-Unis

Slide 22 - Drag question

Situatie:
Je Franse correspondentie vriend (in) studeert een paar maanden in Barcelona en nodigt je uit voor haar 18e verjaardag.
Je bent welkom om bij haar te komen logeren van 8 tm 12 juli.

Schrijf haar een kaart waarin je zegt dat je wel / niet kunt komen en leg uit waarom. Bedenk 3 vragen die je aan haar hebt
Situatie:
Je Franse correspondentie vriend (in) studeert een paar maanden in Barcelona en nodigt je uit voor haar 18e verjaardag.
Je bent welkom om bij hem/haar te komen logeren van 8 tm 12 juli.

Schrijf hem/haar een kaart waarin je zegt dat je wel / niet kunt komen en leg uit waarom. Bedenk 3 vragen die je aan hem/haar hebt. Let op juiste datum,aanhef, afsluiting (60 woorden:noteer het aantal onder de opdr)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide