Vierde naamval

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Het persoonlijk voornaamwoord

Na für en ohne

Wie geht es euch?

Lernzielen

- Aan het eind van de les kan ik het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval gebruiken.

- Aan het eind van de les kan ik de voorzetsels met de vierde naamval gebruiken.

Persoonlijk voornaamwoord

Vierde naamval 'ik'

1. du
2. mich
3. ich
4. dir

'Hij' in vierde naamval

1. mich
2. dich
3. er
4. ihn

'Het' in vierde naamval

1. es
2. ihn
3. sie
4. uns

De vierde naamval van 'hij' is ..

1. ich
2. er
3. ihn

'Jullie' in vierde naamval

1. uns
2. euch
3. sie
4. wen

De vierde naamval van 'jij' is ...

1. ich
2. du
3. dich
4. mich

De vierde naamval van 'jullie' is ...

1. ihr
2. euch

Welke vormen van de vierde naamval zijn er dus allemaal?

Persoonlijk voornaamwoord?

persoonlijk voornaamwoorde

Hausaufgaben

Aufgaben 17, 18, 19 und 20 auf Seiten 24-26

Persoonlijk voornaamwoord

Na bei, mit, von en zu

Vertaal 'bei'

Derde naamval 'ik'

1. mir
2. dir
3. ihm
4. ihr

Derde naamval 'wij'

1. wir
2. uns
3. euch
4. dir

Derde naamval 'hij'

1. mir
2. euch
3. ihm
4. dir

Vertaal 'von'

Wat is 'jullie' in de derde naamval?

1. Ihnen
2. euch
3. wem
4. ihm

Wat is 'wij' in de derde naamval?

1. ihnen
2. euch
3. uns
4. Ihnen

Vertaal 'mit'

De derde naamval van "er"

1. er
2. es
3. ihm
4. ihn

Vertaal 'für'

Wat is 'u' in de derde naamval?

1. ihnen
2. euch
3. uns
4. Ihnen

Vertaal 'zu'

Vertaal 'ohne'

Was hast du gelernt?

Lernzielen geschafft?

1. Ich denke, ja
2. Nein!!
3. Ein bisschen
4. Super

Lernzielen?

- Aan het eind van de les kan ik het persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval gebruiken.

- Aan het eind van de les kan ik de voorzetsels met de vierde naamval gebruiken.

Hausaufgaben

Aufgaben 21, 22 und 23 auf Seiten 26-27

und Aufgabe 14 auf Seiten 20-22