• De rechercheur: Ondervragen lijkt al gauw op rechercheren en de ‘waarheid’ boven tafel
willen krijgen. Het gevolg is meestal dat de cliënt zich uitgehoord en niet veilig voelt met als gevolg dat hij of zij dichtklapt.
• De dominee: preken en moraliseren stel je je autoritair op ten opzichte van de cliënt. Hierdoor kun je niet met elkaar communiceren.
• De aanklager: Met beschuldigen kan het gesprek een welles/nietes gevecht worden, waardoor een open gesprek niet op gang komt.
• De heerser: waarschuwen en dreigen is voor cliënten waarschijnlijk iets dat hen
al vaker is overkomen. De vraag is of ze hier nog gevoelig voor zijn. Meestal weten ze wel wat consequenties kunnen zijn van hun gedrag, maar ze vinden dat wellicht minder belangrijk.
• De commandant: Bevelen en voorschrijven maakt dat de cliënt niet achter het geëiste
gedrag staat en hij of zij zal daarom het geëiste gedrag niet uitvoeren.
• De expert: Adviseren lijkt het probleem tot iets simpels te maken, wat het voor de cliënt vaak niet is. Zolang de cliënt niet zelf tot de conclusie komt dat er iets moet gebeuren, zal hij hier niet aan werken. Tevens loop je het risico dat de cliënt zich niet begrepen voelt.