What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
Zijlboot
B
Zeilboot
1 / 24
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
Zijlboot
B
Zeilboot
Slide 1 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
zwaailicht
B
zwaailigt
Slide 2 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
scholen
B
schoolen
C
scholun
D
schoolun
Slide 3 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
bijna
B
beina
C
bijnaa
D
beinaa
Slide 4 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
zwaaluw
B
zwaluw
Slide 5 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
stuuren
B
stuurun
C
sturen
D
stuuren
Slide 6 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
gevaar
B
guvaar
Slide 7 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
bliksum
B
bliksem
Slide 8 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
poppen
B
poppun
Slide 9 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
schubben
B
schubbun
Slide 10 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
kouwen
B
kouwun
C
kauwun
D
kauwen
Slide 11 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
rijger
B
reiger
C
rijgur
D
reigur
Slide 12 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
dweil
B
dwijl
Slide 13 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
moskee
B
moske
Slide 14 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
poemaa
B
poema
Slide 15 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
beekur
B
beker
C
beeker
D
beekur
Slide 16 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
nuttig
B
nuttug
Slide 17 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
veilug
B
vijlug
C
vijlig
D
veilig
Slide 18 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
vlegt
B
vlecht
C
flegt
D
flecht
Slide 19 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
juigen
B
juichen
Slide 20 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
sierlijk
B
sierluk
Slide 21 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
vriendeluk
B
vriendelijk
Slide 22 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
huizen
B
huisen
Slide 23 - Quiz
Hoe schrijf je dit woord goed?
A
schrijfen
B
schreifen
C
schrijven
D
schreiven
Slide 24 - Quiz
More lessons like this
Gedichtendag
February 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Herhaling thema seizoenen: de herfst
September 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Nieuwjaar Threshold 3
February 2022
- Lesson with
21 slides
nederlands
Hoger onderwijs
Creatief schrijven & spelling les 4: meervoud van zelfstandige naamwoorden
February 2023
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling les 5: samengestelde woorden
February 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling verlengingsregel D-T
June 2019
- Lesson with
26 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Les 45 - Het koppelteken en trema
April 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs