What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen 2 VWO
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen 2 VWO
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen 2 VWO
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Wat is de overeenkomst tussen een internetforum en de oorspronkelijke functie van het Forum Romanum?
A
het is een ontmoetingsplaats
B
er worden rechtszaken behandeld
C
je kan er veel spullen kopen
D
er worden politieke besluiten genomen
Slide 4 - Quiz
Wat is geen functie van het Forum Romanum?
A
Marktplaats
B
Rechtbank
C
Tempels
D
Senaat
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Kenmerken van de klassieke periode
bij Griekse beeldhouwkunst zijn onder andere :
A
vage glimlach, anatomie in ontwikkeling
B
frontaal beeld, statische houding
C
weinig gezichtsuitdrukking, contrapost houding
D
perfecte anatomie, emoties op het gezicht
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Welk onderdeel van deze Griekse tempel is een Timpaan?
A
onderdeel A
B
onderdeel B
C
onderdeel C
D
onderdeel D
Slide 9 - Quiz
Hoe heten de pilaren van een Griekse tempel?
A
timpaan
B
kolommen
C
zuilen
D
palen
Slide 10 - Quiz
Waarom is het belangrijk dat je over de Griekse en de Romeinse kunst leert?
A
Omdat dit gezien wordt als het begin van de westerse kunstgeschiedenis.
B
Omdat de stijl van klassieke oudheid inspiratie vormt voor andere stromingen.
C
Omdat de Klassieke kunst heel mooi en interessant is.
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Wat is polytheïsme?
A
geloof waarbij mensen meerdere goden vereren
B
bestuur door een koning of keizer
C
verhalen over de griekse en romeinse goden
D
de enige toegestane godsdienst in een land
Slide 13 - Quiz
Wat is geen Griekse god?
A
Jupiter
B
Zeus
C
Hera
D
Hades
Slide 14 - Quiz
Griekse goden
A
zien eruit als mensen
B
zien eruit als monsters
C
zien eruit als dieren
D
zien eruit als geesten
Slide 15 - Quiz
Wat was NIET kenmerkend voor de Griekse goden?
A
Ze hadden geen emoties
B
Ze waren onsterfelijk
C
Ze konden boos worden
D
Ze hadden bovennatuurlijke krachten
Slide 16 - Quiz
Wie heeft de Odyssee geschreven?
A
Vergilius
B
Rick Riordan
C
Homerus
D
J.K. Rowling
Slide 17 - Quiz
De Ilias en Odyssee zijn...
A
Mythen
B
Sagen
C
Legenden
Slide 18 - Quiz
Waar gaat de Odyssee van Homerus over?
A
De oorlog tussen Grieken en Trojanen
B
De terugreis van de Grieken naar Ithaka
C
Het leven van Homerus
D
De Griekse Goden
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Hoe begonnen de Grieken met het wetenschappelijk denken?
A
Ze wilden met het verstand begrijpen hoe dingen in elkaar zaten.
B
Ze geloofden niet meer in hun goden.
C
Zeus gaf de Grieken een nieuwe manier van denken.
D
De Romeinen gaven de Grieken een nieuwe manier van denken.
Slide 21 - Quiz
Bij welk voorbeeld is er spraken van wetenschappelijk denken?
A
Ik weet het niet, dus ik ga goed denken in mijn hoofd om het juiste antwoord te vinden.
B
Ik weet het niet, dus verzin ik een verklaring.
C
Ik weet het niet, dus ik ga het bestuderen/ observeren. Aan wat ik dan zie trek ik een conclusie.
D
Ik weet het niet, dus geef ik mijn mening maar.
Slide 22 - Quiz
Waar hield de filosoof Hippokrates zich mee bezig?
A
Met meteorologie
B
Met sterrenkunde
C
Met natuurkunde
D
Met geneeskunde
Slide 23 - Quiz
Hippokrates kwam erachter dat ziektes zich minder verspreiden wanneer water kookt.
Waar is dit een goed voorbeeld van?
A
Wetenschappelijk denken
B
Mythisch denken
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Video
Hoe is Socrates gestorven?
A
Door het drinken van de gifbeker
B
Door een auto-ongeluk
C
Door een hartaanval
D
Door ouderdom
Slide 26 - Quiz
socrates was een...
A
griekse krijger
B
wiskundige
C
filosoof
D
wetenschapper
Slide 27 - Quiz
De ‘Academie’ was een school van Plato.
A
juist
B
onjuist
Slide 28 - Quiz
Plato was
A
een Griekse wiskundige
B
Een Griekse filosoof
C
Een Griekse wetenschapper
D
Een Griekse geschiedkundige
Slide 29 - Quiz
Van wie was de filosoof Plato een leerling?
A
Aristoteles
B
Socrates
C
Thales
D
Spinoza
Slide 30 - Quiz
De ‘Academie’ was een school van Plato.
A
juist
B
onjuist
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Slide
Monotheïsme is?
A
Geloof in de natuur
B
Geloof in meerdere goden
C
Geloof in 1 god
D
Geloof in de wetenschap
Slide 33 - Quiz
Waardoor ontstond de Joodse opstand
A
De Romeinen sloopten de grote tempel
B
De Romeinen namen Jezus gevangen
C
Het Joodse volk wilde de keizer niet vereren
D
De Romeinen wilden het Joodse land veroveren
Slide 34 - Quiz
Hoe is de klaagmuur ontstaan?
A
Die is overgebleven van de eerste tempel nadat de Babyloniërs hem hebben verwoest
B
Die hebben de Joden gebouwd in Egypte
C
Die is overgebleven van de tweede tempel nadat de Romeinen hem hebben verwoest
D
Die hebben de Egyptenaren gebouwd in Jeruzalem
Slide 35 - Quiz
De tempel van de Joden in Jeruzalem werd door de Romeinen verwoest in..
A
500 voor christus
B
50 na christus
C
700 voor christus
D
70 na christus
Slide 36 - Quiz
De Joden werden uit Palestina verdreven door na een opstand van de Romeinen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quiz
Slide 38 - Slide
Jezus was zelf
A
Christelijk
B
moslim
C
Joods
D
boeddhist
Slide 39 - Quiz
Jezus wordt ook wel Jezus Christus of Jezus de Messias genoemd. Wat betekent dat?
A
Belangrijke
B
Grote
C
Gezalfde
D
Bijzondere
Slide 40 - Quiz
Jezus werd ook wel Jezus van....... genoemd
A
Jezus van Bethlehem
B
Jezus van Israel
C
Jezus van Nazareth
D
Jezus van Jeruzalem
Slide 41 - Quiz
De Joden vonden Jezus een onruststoker. Wie waren ook niet blij met Jezus?
A
De rijken
B
De barbaren
C
De armen
D
De Romeinen
Slide 42 - Quiz
Hoe heette de Romeinse leider in Judea die Jezus liet kruisigen?
A
Pontius Pilatus
B
Tiberius
C
Barabas
D
Judas
Slide 43 - Quiz
Gouverneur Pontius Pilatus veroordeelde Jezus tot de kuisdood.
A
waar
B
niet waar
Slide 44 - Quiz
De keuze van gouverneur Pontius Pilatus om Christus te kruisigen
A
Was een besluit genomen om verdere escalatie van religieuze spanningen te voorkomen
B
Was een besluit om de eigen positie te kunnen behouden omdat de Keizer snel mensen executeerde voor (verzonnen) problemen
C
Was expres bedoeld om de Joodse hogepriesters tevreden te houden zodat zij Romeins gezag onder de bevolking zouden steunen
Slide 45 - Quiz
Christenen gedenken de kruisiging van Jezus op:
A
Hemelvaartsdag
B
Kerst
C
Pasen
D
Goede Vrijdag
Slide 46 - Quiz
Slide 47 - Slide
Een apostel is:
A
een heilige
B
een boodschapper van God
C
een leerling van Jezus
D
de zoon van God
Slide 48 - Quiz
More lessons like this
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen 2 VWO
6 days ago
- Lesson with
48 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 3. Jezus en Zijn bediening
October 2024
- Lesson with
31 slides
by
ATMT
Godsdienst
Levensbeschouwing
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1-3
ATMT
Les 3: Jodendom en christendom
October 2024
- Lesson with
17 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Opkomst christendom
February 2021
- Lesson with
24 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Herhaling H2 + H3 Grieken + Romeinen 1HVG
December 2020
- Lesson with
20 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Jodendom en Christendom
September 2024
- Lesson with
12 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
paragraaf 4 hfst 3 1hv
December 2019
- Lesson with
11 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H3 par 6
January 2024
- Lesson with
10 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1