Uitscheiding (urine/ontlasting/braken) niv 2

Uitscheiding
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Uitscheiding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

HB.3na
Week 1
-
Week 2
Bewegingsstelsel
Week 3
Ziektebeelden bewegingsstelsel
Week 4
Hart en bloedvaten
Week 5
Ziektebeelden hart en bloedvaten
Week 6
CVA
Week 7
Ademhalingsstelsel
Week 8
Ziektebeelden ademhaling
Week 9
Observeren uitscheiding

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

uitscheiding

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

uitscheiding
sputum

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Urinewegstelsel

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Nieren
  • Filteren het bloed --> schadelijke stoffen en afvalstoffen worden eruit gehaald.
  • Overtollig water en zout wordt uit het lichaam afgevoerd

Deze afvalstoffen worden URINE

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

urineleider
  • Loopt van de nieren naar de blaas. 
  • Ongeveer 30 cm lang. 
  • Als de blaas vol is dan dicht Urine kan niet terug stromen naar de nieren.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Blaas
  • Verzamelplek voor urine
  • 500ml bij volwassenen  Kinderen minder inhoud.
  • Bij 300-400 ml krijgen de hersenen een signaal dat je moet plassen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

urinebuis
Van de blaas naar de plek waar urine lichaam verlaat

Mannen langere urinebuis dan vrouwen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Urineren
  • De inwendige sluitspier is niet beïnvloedbaar met onze wil
  • Uitwendige sluitspier is beïnvloedbaar
  • 1,5- 2 liter urine per dag
  • 3-6 x per dag

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00
observatiepunten urine

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Observeren van urine 
Lichamelijke aandoeningen kunnen zich uiten in onder meer afwijkende urine.

Observatiepunten van urine zijn:
  • Frequentie = aantal keer dat iemand urineert per 24 uur
  • Hoeveelheid = hoeveel urine per 24 uur.
  • Kleur = wordt bepaalt door de concentratie van opgeloste stoffen
  • Helderheid
  • Geur
  • Manier van urineren = moet pijnloos zijn, en blaas in 1 keer kunnen ledigen.

EN RAPPORTEREN!



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Observeren urine
  • Licht geel (helder) - Veel gedronken
  • Donkere urine - Weinig gedronken
  • Rode urine - Bloed in de urine
  • Bruine urine - Oud bloed/ leveraandoening

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Niet kunnen urineren 
Urineretentie: als een cliënt niet kan urineren, terwijl er toch voldoende urine in de blaas zit.
Urineresidu: als een cliënt wel plast, maar er toch nog urine in de blaas blijft zitten.

Oorzaken:
Lichamelijk: vergrote prostaat, dwarslaesie, blaasontsteking
Psychisch: angst of zich ongemakkelijk voelen


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

(In)continentie
Continent       -> het kunnen ophouden van urine / ontlasting
Incontinentie-> het NIET (MEER) op kunnen houden van urine / ontlasting

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken incontinentie
Operatie
Verzwakte bekkenbodemspieren
Niet (meer) voelen van de prikkel
Niet (meer) begrijpen 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Incontinentie
Heel vervelend voor de cliënt
Schaamte ongemak!
Houdt hier rekening mee!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Urineweginfectie

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

verschijnselen urineweginfectie
  • steeds aandrang  om te moeten plassen
  • branderig gevoel bij plassen
  • steeds kleine beetjes plassen
  • pijnlijk gevoel in de onderbuik
  • troebele urine
  • soms verwardheid
  • verhoging of koorts

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ontlasting
ook wel Faeces of poep 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je observeren aan ontlasting?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Observeren Feces
Observatiepunten zijn:

  • Frequentie = aantal keer dat iemand ontlasting heeft per 24 uur/ per week
  • Hoeveelheid = normaal is 100 á 200 gram per dag
  • Kleur = bruin; komt door galstoffen die onder invloed van darmsappen verkleuren.
  • Consistentie = vastheid van de ontlasting
  • Geur
  • Samenstelling = ontlasting is samengesteld uit allerlei bestanddelen.

EN RAPPORTEREN

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Kleur van ontlasting

Slide 24 - Slide

Zwart: bloed vanuit maag of darmen of het gebruik van ijzertabletten.
Grijs of witte kleur: kan wijzen op een aandoening van de gal of galwegen.
Groene kleur: Te veel gal en bepaalde maagdarminfecties.
Gele kleur: wijst op alcoholgebruik.
Witte puntjes: wijst op wormen
Helderrood= bloeding door bijv. aambeien.
Kleur van de voeding speelt ook een rol, door bijv. rode bieten te gaan eten.

Defecatieproblemen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Braken

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welke andere benamingen voor braken ken je?

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Wat is braken nou eigenlijk?
Een krachtige peristaltische beweging van het bovenste deel van het spijsverteringskanaal, tegen de natuurlijke richting in. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

WAT KAN DE OORZAAK ZIJN VAN BRAKEN ?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Oorzaken van braken
  • Prikkeling of ontsteking maagslijmvlies (bijv. besmet voedsel)
  • Hersenaandoeningen
  • Medicijnen
  • Emoties 
  • Aangeboren afwijkingen
  • Zwangerschapsbraken

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

observatiepunten braken

Slide 32 - Mind map

This item has no instructions

Observatiepunten braaksel
  •  Tijdstip en frequentie​
  •  Hoeveelheid​
  •  Wijze van braken​
  •  Bestanddelen​
  •  Kleur 
  •  Geur 

RAPPORTEREN?




Slide 33 - Slide

This item has no instructions