2mh - Les 7: modale ww en mening geven / vragen

   Deutsch!    

2mh
Les 7 P1
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

   Deutsch!    

2mh
Les 7 P1

Slide 1 - Slide

Studienführer
Voorbereiding voor les 7:
Schritt 6

Volgende week:
Schritt 7



Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Modale ww:
müssen, wollen, wissen

Vragen wat mensen wel en niet leuk vinden in het Duits.

Slide 3 - Slide

Modalverben auf Deutsch:

Slide 4 - Slide

Wat betekent het modale ww in deze zin: Ich soll zu Hause bleiben.
A
moet
B
zal
C
will
D
kan

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Du ... nicht töten!
A
sollst
B
musst

Slide 7 - Quiz

Die Coach ist schmutzig. Der Hund .... darauf gelegen haben.
A
soll
B
muss

Slide 8 - Quiz

Mein Vater ist krank, ich ... nach Hause fahren.
A
soll
B
muss

Slide 9 - Quiz

geen estenten!!!

modale werkwoorden komen in het Duits achteraan

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Lusten jullie koffie?
... ihr Kaffee?
A
mochtet
B
mögt
C
magt
D
mögen

Slide 13 - Quiz

Ik weet niet hoe hij heet.
Ich ... nicht wie es heißt.
A
weiße
B
wisse
C
weiß
D
wiss

Slide 14 - Quiz

Wil jij iets vragen?
... du etwas fragen?
A
Willst
B
Wilst
C
Wollst
D
Wolst

Slide 15 - Quiz

Zoek de juiste vraagwoorden bij elkaar!
hoe?
waar?
waarvandaan?
wat?
wie?
wanneer?
wann?
woher?
wie?
wo?
Was?
wer?

Slide 16 - Drag question

Hoe zeg je in het Duits dat je iets leuk vindt?

Slide 17 - Mind map

Positief of negatief?
Ich finde diese Musik toll.
A
B

Slide 18 - Quiz

Positief of negatief?
Ich finde diese Musik fürchterlich.
A
B

Slide 19 - Quiz

Positief of negatief?
Ich finde sie im Ordnung.
A
B

Slide 20 - Quiz

Positief of negatief?
Ich finde sie fabelhaft.
A
B

Slide 21 - Quiz

Positief of negatief?
Ich finde sie großartig.
A
B

Slide 22 - Quiz

Positief of negatief?
Ich finde sie schrecklich.
A
B

Slide 23 - Quiz

Gebruik het internet om zoveel mogelijk woorden te vinden waarmee je in het Duits kunt aangeven dat je iets leuk vindt.

Slide 24 - Mind map

Vind je 'poffertjes' lekker?
..... .. 'poffertjes'?

Slide 25 - Open question

Hoe was het in Amsterdam?
... war .. .. Amsterdam?

Slide 26 - Open question

Voetbal jij graag?
....... .. ..... Fußball?

Slide 27 - Open question

Hoe vind je Nederland?
... ....... .. ... ...........

Slide 28 - Open question

Vond je Madurodam leuk?
Hat Madurodam ... ........ ?

Slide 29 - Open question

Schönes Wochenende

Slide 30 - Slide