We gaan aan de slag met de leesteksten! Log nu in.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare school
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
HV2 - Leesles 1
We gaan aan de slag met de leesteksten! Log nu in.
Slide 1 - Slide
Lees tekst 4
Slide 2 - Slide
6 What service does Flexpetz offer its clients according to paragraph 1?
A
It finds homes for dogs whose owners need to get rid of them.
B
It helps people choose the right type of dog for their family.
C
It rents out dogs to people who do not want one permanently.
D
It takes care of dogs when their owners are out working.
Slide 3 - Quiz
7 What do all members of Flexpetz have in common according to Marlena Cervantes? (paragraph 2)
A
a fondness for dogs
B
a lot of time to keep a dog
C
a place to keep a dog
D
a talent for handling dogs
Slide 4 - Quiz
8. What does Paula Greaves think of dog sharing according to paragraph 3?
A
She believes the dogs can benefit from having more than one owner.
B
She fears families will suffer from having to change dogs too often.
C
She hates the idea because dogs need to develop strong attachments.
D
She thinks it is ideal for letting your children practise having a dog.
Slide 5 - Quiz
9 How does sharing a dog work out for Linda Grabham according to paragraph 4?
A
It gives her more time for her new boyfriend.
B
It has destroyed her marriage to Peter.
C
It makes her feel annoyed with her ex.
Slide 6 - Quiz
10 Eunice Wennberg noemt twee voordelen van het zorgen voor een hond via de organisatie Hearing Dogs for the Deaf in alinea 5. --> Welke twee?
Slide 7 - Open question
11 Why does Thomas stay with Eunice Wennberg?
A
Eunice feels more secure at night when Thomas sleeps over.
B
Eunice has hearing problems and Thomas assists her.
C
Eunice helps Thomas to get used to being around people.
D
Eunice likes nursing abandoned dogs like Thomas.
Slide 8 - Quiz
12 Deze tekst wordt afgesloten met een aantal vragen naar aanleiding van het onderwerp: “CHECKLIST DOG SHARING” Welke vraag uit de checklist is in de tekst aan de orde gekomen?
Typ alleen het nummer!
Slide 9 - Open question
Lees tekst 5
Slide 10 - Slide
13 Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze op grond van de tekst juist of onjuist is.
1. Het meenemen van de fiets in de trein moet makkelijker worden.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
13 Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze op grond van de tekst juist of onjuist is.
2. De politie moet meer werk maken van de aanpak van fietsdiefstal.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
13 Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze op grond van de tekst juist of onjuist is.
3. Automobilisten die fietsers in gevaar brengen, moeten streng worden aangepakt.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
13 Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze op grond van de tekst juist of onjuist is.