M&A hoofdstuk 3

1 / 51
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat geleerd H1 

Welke plekken zijn er waar activiteiten plaats vinden?
1. Kinderopvang / brede scholen en integrale kindcentra
2. Buurthuis/ wijkcentra / jongerencentrum /crisisopvang              (vrouwen, asiel, dak en thuislozenopvang)
3. Dagbesteding 
4. Verzorgingshuis /verpleeghuis /  woonzorgcentrum

Slide 2 - Slide

Wat geleerd H2 

Welke leeftijdsgroepen er zijn ( baby en dreumes, peuter, kleuter, schoolkind, tiener, jong volwassenen, volwassenen, ouderen)
Welke ontwikkelingsgebieden (lichamelijk (grove en fijne motoriek), geestelijk en sociaal)
Lichamelijke en zintuigelijke beperkingen (rolstoel, doof , blind)

Slide 3 - Slide

Wat nu in H3 



          Ken je doelgroep

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Homogeen

Heterogeen

Slide 6 - Slide

homogene groep
Een groep waarin mensen  zitten met dezelfde eigenschappen, interesses, leeftijden, of hetzelfde geslacht

Slide 7 - Slide

heterogene groep
Een groep waarin mensen  zitten met verschillende eigenschappen, interesses, leeftijden, of verschillend van geslacht

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aan de slag 
Maak opdracht 3.01 blz 133


timer
1:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

aan de slag 
Maak de volgende opdrachten: 
3.02
3.03
3.04
begrippenlijst invullen blz 171: t/m sociale omgeving 

timer
15:00

Slide 13 - Slide

Multiculturele samenleving
Maar wat is cultuur?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Waarde

Onafhankelijk zijn

Respect naar ouderen

Goed zijn voor het milieu


Normen




Eigen geld verdienen / een betaalde baan hebben
u zeggen. Opstaan in de bus/ trein. 
geen vlees eten.  Miieu vriendelijk schoonmaakmiddelen gebruiken.
Geen auto hebben.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Waarom ga je naar een ander land emigreren?

Slide 19 - Slide

Waarom ga je naar een ander land emigreren?
Avontuur
Klimaat
Werk
Hopen op een  betere toekomst (voor je kinderen)
Vluchten voor honger of oorlog in eigen land

Slide 20 - Slide

Waarom kwamen mensen naar NL
Hopen op een betere toekomst:    

 Gastarbeiders uit                 

 Italië/Spanje/Griekenland 
Marokko/ Turkije 
Suriname/Antillianen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Vluchtelingen 
Twee redenen:

Politiek (oorlog / homoseksueel)
Economie (honger, geen werk)

Slide 23 - Slide

Opdracht 3.09 blz 145

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

aan de slag 
Ga naar side  amnestyinternationel.nl
rechts bovenin : doe mee
scroll naar beneden en klik op bekijk acties
scroll weer naar beneden en klik op spoedacties
scroll naar beneden tot je bij schrijfacties bent. 
Kies daar een persoon waar je een kaart naar wilt schrijven. 

Slide 26 - Slide

aan de slag 
Maak de volgende opdrachten: 
3.05
3.06
3.07
3.08
3.09
begrippenlijst blz 171  Cultuur t/m vluchteling 


Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Waar herken je de cultuur aan?
Aan cultuurkenmerken.
bv      waarde = hygiëne   norm = schoenen binnen uit doen.

Veel waarden hetzelfde (respect) maar de normen (regels) bv hand geven  is juist anders

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

school tv klokhuis hindoeisme

Slide 33 - Slide

aan de slag 
Maak de volgende opdrachten: 
3.10 
Subculturen....
3.13
3.14 t/m 3.16 (3 verschillende religies) (3.17 niet)
Begrippenlijst Subcultuur t/m Koosjer

Slide 34 - Slide

Ken je doelgroep
homogene groep'/ heterogene groep
welke cultuurkenmerken hebben ze 
welke normen en waarden 
welk geloof

Nu bezig met de vraag: welke interesses, behoeften en wensen hebben ze.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Kennismakingsgesprek
Formeel of informeel gesprek 

formeel = officieel gesprek, vast aantal vragen, gegevens verzamelen. Is vaak serieus.

informeel = spontaan gesprek. Gesprek staat niet vast.

Slide 37 - Slide

nog een manier om info te vergaren:
signaleren van een behoefte 
Mensen geven signalen af over hoe ze zich voelen (huilen) en wat ze willen (stampvoeten).
Dit kan verbaal en non verbaal zijn.
Je kijkt en luistert goed naar houding / gezichtsuitdrukking / woorden

Slide 38 - Slide

nog een manier om info te vergaren:
enquête afnemen
Open vragen: hier mogen mensen naar eigen inzicht op antwoorden.
bv: wat vind je van die broek?

Gesloten vragen: vragen waarop maar 1 antwoord mogelijk is 
bv: vind je die broek leuk?

Slide 39 - Slide

nog een manier om info te vergaren:
Observeren
Observeren: waarnemen van gedrag zonder daar een mening over te hebben
Je verzamelt objectieve feiten waarom ze iets willen
Objectief: alleen feiten, niet je eigen gevoel 
bv  achmed heeft een snor
Subjectief : als je uitgaat van je eigen gevoel en mening
bv achmed is een knappe man met die snor

Slide 40 - Slide

nog een manier om info te vergaren:
Observeren
Observeren: waarnemen van gedrag zonder daar een mening over te hebben
Je verzamelt objectieve feiten waarom ze iets willen
Objectief: alleen feiten, niet je eigen gevoel 
bv  achmed heeft een snor
Subjectief : als je uitgaat van je eigen gevoel en mening
bv achmed is een knappe man met die snor

Slide 41 - Slide

aan de slag 

3.20
3.21
3.23
Begrippenlijst Formeel gesprek t/m Observatieschema 

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Aan de slag met de Zeskanter 
We maken samen groepsindeling voor de activiteit op 11 november!

Catering
Activiteit
Decoratie



Slide 44 - Slide

Balletgroep van meisjes van 4 jaar
A
Heterogeen
B
Homogeen

Slide 45 - Quiz

Voetbalgroep van jongens met leeftijd 4-6 jaar
A
Heterogeen
B
Homogeen

Slide 46 - Quiz

Welke groep is het meest homogeen
A
Een groep jongens van 5 jaar. Met gemixte hobby's
B
Een balletgroep met de leeftijd tussen 4-6 jaar
C
Een gemixte groep met zelfde hobby
D
Een groep jongens van 8 jaar oud, die van voetbal houden.

Slide 47 - Quiz

Knutselmiddag met 20 kinderen
A
Homogene groep
B
Heterogene groep

Slide 48 - Quiz

Beauty-middag
A
Homogene groep
B
Heterogene groep

Slide 49 - Quiz

Jumpsquare
A
Homogene groep
B
Heterogene groep

Slide 50 - Quiz

Synchroon zwemmen
A
Homogene groep
B
Heterogene groep

Slide 51 - Quiz