Week 7: les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Welkom!

• Ga rustig op je plek zitten.
• Leg je werkspullen op tafel.
• Leg je boek op tafel.

Wat gaan we vandaag doen?

• Kletsen (5 minuten)
• Lezen (10 minuten)
• Woord van de dag (10 minuten)
• Uitleg meervouden (10 minuten)
• Zelfstandig aan de slag (10 minuten)

10 minuten lezen!

Leerdoel

Je leert meervouden, eindigend op -s en -en, goed spellen.

Geef voorbeelden van woorden die in het meervoud eindigen op -s.

Kan je nu ook voorbeelden bedenken van woorden die in het meervoud eindigen op -en?

§ 6 Meervouden

• Meervouden van zn. eindigen meestal op -s of -en.
• De meeste schrijf je met -en.
• Tenzij het woord (ev) eindigt op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau.
• Dan schrijf je het in het mv met -s.
• Er zijn ook weer bijzonderheden:

§ 6 Meervouden

• Zelfde bijzonderheden als van bijvoeglijk naamwoord.
  
• Als het woord in ev eindigt op -i, -a, -o, -u, -y schrijf je het in het mv met 's.
• Staat er nog een klinker voor de -y? Schrijf het woord in mv met een vaste -s.
• Eindigt het woord in ev op -ee? Schrijf het woord in mv met   -ën.
  

Zelfstandig aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 6 van § 6.

Boek: blz. 234.

Eerder klaar? Maak de extra opdrachten in de digitale methode.

Niet af? Morgen verder!