2.4: Willem van Oranje en Filips II

2.4: Willem van Oranje en Filips II
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.4: Willem van Oranje en Filips II

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Herhaling gebondenheid aan tijd en plaats
  • bespreken opdr. 2 uit het werkboek
  • uitleg vaardigheid: Betrouwbaarheid van bronnen
  • aan de slag met een opdracht 

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... Heb je laten zien dat je de vaardigheid gebondenheid aan tijd en plaats beheerst.
... weet je weer op welke 3 onderdelen je een bron kunt beoordelen op betrouwbaarheid.
... ben je zelf in staat om betrouwbare bronnen te zoeken.
... leer je wie Willem van Oranje en Filips II waren.

Slide 3 - Slide

Gebondenheid aan tijd en plaats:
  • Mensen van vroeger proberen te begrijpen vanuit hun eigen tijd en plaats
  • Oordelen vanuit onze eigen kijk, dit kan maar is ook gebonden aan tijd en plaats.
  • Door je goed in te leven kun je pas echt begrijpen hoe mensen dachten en waarom mensen in een bepaalde tijd dachten en handelden. 

Slide 4 - Slide

Hoe oordeelt de schrijver van bron W7 over de deelnemers?

Slide 5 - Open question

In de negentiende eeuw voelden katholieken in Nederland zich achtergesteld bij de protestanten. Leg uit dat de bron een voorbeeld is van gebondenheid aan tijd en plaats

Slide 6 - Open question

Hoe oordeelt de schrijver van bron W8?

Slide 7 - Open question

Verklaar zijn oordeel met het begrip gebondenheid aan tijd en plaats

Slide 8 - Open question

Met welke bron ben jij het het meeste eens? Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open question

Is je antwoord op de vorige vraag ook een voorbeeld van gebondenheid aan tijd en plaats? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open question

Betrouwbaarheid van bronnen:
  • Je kunt bronnen beoordelen aan de hand van 3 vragen.
  • Betrouwbaarheid van bronnen is een moeilijke vaardigheid waarbij je goed moet kijken vanuit welke vraag je de bron onderzoekt

Slide 11 - Slide

1. Wanneer is de bron gemaakt?
  • over het algemeen: hoe minder tijd er zit tussen een gebeurtenis en het maken van de bron, des te betrouwbaarder is de bron.
  • let wel op: als je weet dat er bijv. onderzoek is gedaan, je methode komt bijv. uit 2017 maar is wel betrouwbaar. 

Slide 12 - Slide

2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
  • over het algemeen: Hoe minder schakels, des te betrouwbaarder is de bron 

Slide 13 - Slide

3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?
  • informeren --> betrouwbaar
  • met een bepaald doel --> onbetrouwbaar (tenzij je onderzoek doet naar meningen)
  • over het algemeen: hoe zakelijker en onpartijdiger, des te betrouwbaarder is de bron. 

Slide 14 - Slide

Is deze bron betrouwbaar als je informatie wil over de beeldenstorm van 1566? Leg je antwoord uit

Slide 15 - Open question

Is deze bron betrouwbaar als je wil onderzoeken hoe katholieken uit de 19e eeuw dachten over de beeldenstorm? Leg je antwoord uit

Slide 16 - Open question

Aan de slag:
Vorm een tweetal, in dit tweetal ga je onderzoek doen naar één van de twee personen waar deze paragraaf over gaat: Willem van Oranje en Filips II jullie gaan meer informatie over deze twee mannen verzamelen. 
  1. bedenk een onderzoeksvraag: Wat wil je weten
  2. zoek 3 bronnen die volgens jou betrouwbare informatie geven om je onderzoeksvraag te beantwoorden, leg per bron eerst uit waarom jullie vinden dat de bron betrouwbaar is.
  3. Schrijf een kort verslagje dat antwoord geeft op jullie onderzoeksvraag.

Slide 17 - Slide