4.4 Steden in Nederland

1 / 48
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Herhaling vorige lessen
2. Uitleg paragraaf 4.4 
3. Aan de slag! > Huiswerk
4. Vrijdag 1 juli > REP H4! (Staat het al in je Plenda?)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

1 In de middeleeuwen, de tijd die duurde van ________ tot ________, had de kerk __________________ macht.
2 De meeste mensen waren ____________________________ .
3 Geestelijken leerden de mensen dat ze in de _______________ zouden komen als ze goed zouden leven.
4 Mensen die niet christelijk waren, werden vaak _____________________ .

beboet
christenen
gestraft
hel
hemel
moslims
veel
weinig
500
1000
1500

Slide 4 - Drag question

1 In 1095 riep de Paus ____________________ op om gewapend naar Jeruzalem te trekken om de __________________________ te verdrijven.
2 De paus beloofde iedereen die meehielp een plek in de _______________ 
3 Deze tochten van gewapende mensen worden ____________________________________ genoemd.
4 Uiteindelijk wisten de ____________________ de strijd te winnen.

Azië
christenen
de Arabische wereld
Europa
hel
hemel
kruistochten
moslims
moslims

Slide 5 - Drag question

Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Meer dan 10.000 inwoners
Minder dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen

Slide 6 - Drag question

Eind 19e eeuw. Kwamen steeds meer fabrieken 
Mensen gingen in deze fabrieken werken.
 

Mensen gingen in deze steden wonen en kregen ook veel kinderen

Daardoor groeide de steden

Slide 7 - Drag question

Stad bekend over heel de wereld. Veel internationale bedrijven en banken.

Meer dan 10 miljoen inwoners. 
Vaak zit de regering daar. 

Slide 8 - Drag question

Het centrum met wolkenkrabbers met daarin kantoren en dure winkels.

Arme mensen die hun eigen huizen bouwen, langs het spoor of bij een snelweg.

Mensen  wonen vaak aan de rand van de stad.
Hier kunnen ze in een groter huis wonen.
 

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Hoeveel mensen wonen er in totaal in Amsterdam?

Slide 11 - Open question

In welke stad in Nederland wonen de meeste mensen?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Amsterdam
Rotterdam
Den Haag
Utrecht

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Amsterdam
Groene Hart
Rotterdam
Den Haag
Utrecht

Slide 22 - Drag question

Wat zijn de vier grootste steden van de Randstad?

Slide 23 - Open question

Vlaardingen ligt in de Randstad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Aan de slag!
Maken uit het werkboek: 
Paragraaf 4.4 
Blz. 156 + 157
Opdracht 1 t/m 3 
EERST LEZEN - Daarna maken!

Slide 25 - Slide

Vrijdag 24 juni 2022
Db1e - mens en maatschappij

Slide 26 - Slide

Planning vandaag
1. Herhaling vorige les (gisteren)
2. Uitleg rest van paragraaf 4.4
3. Aan de slag! (huiswerk - Plenda)
4. Ivory + Vince; inhalen SO

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Amsterdam
Groene Hart
Rotterdam
Den Haag
Utrecht

Slide 29 - Drag question

Waardoor wordt het Groene Hart bedreigd?
A
Door een uitbreiding van de haven van Rotterdam
B
Door een uitbreiding van Schiphol
C
Door een tekort aan vrijwilligers
D
Door gebrek aan geld

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Oude binnenstad
19e -eeuwse wijken
hoogbouwwijken
laagbouwwijken
VINEX wijken
bedrijventerrein

Slide 39 - Drag question

Slide 40 - Slide

Hoe kan volgens jou de leefbaarheid van een wijk worden verbeterd? :)

Slide 41 - Open question

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Noem twee maatregelen van de overheid om de leefbaarheid in een wijk te verbeteren.

Slide 45 - Open question

Wat betekent: het renoveren van huizen?

Slide 46 - Open question

Slide 47 - Slide

Aan de slag!
Maken voor de volgende les: 
Dinsdag 28 juni - het 3e uur
Paragraaf 4.4: opdracht 4 t/m 7, 9 + 10
Blz. 158 t/m 161


Slide 48 - Slide