vwo paragraaf 5.3

Leerdoel


  • Je kunt de eindwaarde van een rente met een formule berekenen 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoel


  • Je kunt de eindwaarde van een rente met een formule berekenen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Eindwaarde van een rente

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Toepassen 5.3 Eindwaarde van een rente
LET OP!
storting = termijn

tijd tussen stortingen = periode

hele reeks stortingen gelijke bedragen met gelijke tussenruimte = rente

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Toepassen 5.3 Eindwaarde van een rente
Rogier stort elk jaar 1000 euro op een spaarrekening beginnend op 1 januari 2010. 

Samengestelde interest = 3%. 

Eindwaarde 31 december 2013?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Toepassen 5.3 Eindwaarde van een rente
Eindwaarde 31 december 2013?

EW = €1000 x 1.03^4 + 1000 x 1.03^3 + 1000 x 1.03^2 +1000 x 1.03

EW = €1000 x (1.03^4 + 1.03^3 + 1.03^2 + 1.03)

(1.03^4 + 1.03^3 + 1.03^2 + 1.03) = meetkundige rij

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

 5.3 Eindwaarde van een rente
Formule eindwaarde rente  (hele reeks stortingen gelijke bedragen met gelijke tussenruimte)


Slide 6 - Slide

S = Som getallen in meetkundige rij
r = reden
n = aantal getallen in rij
a = eerste getal in de rij
Eindwaarde van een rente
EW = T × S
met T = grootte van een termijn en S = somformule van een meetkundige rij.

Meetkundige rij
Een reeks van getallen waarbij elk volgend getal gevonden wordt door het voorafgaande getal met een bepaalde constante factor (de reden) te vermenigvuldigen.
S = a × (rn – 1)/(r – 1) 
met a = eerste term van de meetkundige rij, n = aantal getallen in een rij en r = reden van een meetkundige rij.

Iemand stort op telkens op 1 januari een bedrag van € 1.000 op een spaarrekening. Dit doet hij 15 jaren lang. Bereken de eindwaarde op het einde van het 15e jaar. Het interestpercentage is 4%.

S = 1,04 × (1,0415 – 1)/(1,04 – 1) = 20,82453
EW = 1.000 × 20,82453 = 20.824,53

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Samengestelde rente van een rente
a = gelijk aan het bedrag van de periodiek storting wanneer de berekeningsdatum van de eindwaarde gelijk valt met de laatste storting 


VWO

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Samengestelde rente van een rente
a = (1+i)^n   x  het bedrag van de periodiek storting wanneer de berekeningsdatum van de eindwaarde niet gelijk valt met de laatste storting. n = het aantal periode tot de berekende einddatum. 


VWO

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Contantewaarde van een rente
E = eindwaarde
 
a = eerste term van de meetkundige rij (ofwel rente/termijn)

r = de reden (1 + i)

n = aantal termijnen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions