250107 grammatica zd §2 + leesmonitor

Welkom M1b!
Geen plattegrond, dus kies wijs....


Deze spullen heb ik nodig:

  • iPad
  • leesboek
  • werkboek
  • schrift
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom M1b!
Geen plattegrond, dus kies wijs....


Deze spullen heb ik nodig:

  • iPad
  • leesboek
  • werkboek
  • schrift

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen/boekpromotie (15 min)
  2. Grammatica zinsdelen: persoonsvorm (35 min)
  3. Evaluatie (5 min)
  4. Leesmonitor / huiswerk maken (20 min)

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Zelf lezen
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen/boekpromotie (15 min)
  2. Grammatica zinsdelen: persoonsvorm (35 min)
  3. Evaluatie (5 min)
  4. Leesmonitor / huiswerk maken (20 min)

Slide 5 - Slide

Grammatica
Nederlands:
De rode koe

Frans:
La vache rouge

Engels:
The red cow


  • Nederlands:
    Ik heb een boterham gegeten

  • Frans:
    J'ai mangé un sandwich

  • Engels:
    I have eaten a sandwich

Slide 6 - Slide

Leerdoelen

  • Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden.

Slide 7 - Slide

Uitleg persoonsvorm (pv)
In elke zin staan werkwoorden.

Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.

De pv geeft twee dingen aan:
  • getal (enkelvoud/meervoud)
  • tijd (tegenwoordige tijd / verleden tijd)

Slide 8 - Slide

Een voorbeeld
  • De man heeft een ijsje gegeten.
    De man had een ijsje gegeten.
    De mannen hebben een ijsje gegeten.

  • De kast heeft jaren in het lokaal gestaan.
    De kast had jaren in het lokaal gestaan.
    De kasten hebben jaren in het lokaal gestaan.


Slide 9 - Slide

Uitleg persoonsvorm (pv)
Zo vind je de pv:
  1. Verander de zin van enkelvoud naar meervoud, of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de pv.

  2. Verander de zin van t.t. naar v.t. of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de pv.

  3. Maak van de zin een ja/nee-vraag. De pv komt vooraan in de zin te staan.

Slide 10 - Slide

Een voorbeeld

De man heeft een ijsje gegeten.

Waarom eten jullie geen spruitjes?

Hoe fiets jij altijd naar school?

Slide 11 - Slide

Wat is de pv:
Emmy is spaghetti aan het eten.
A
Emmy
B
is
C
eten
D
is aan het eten

Slide 12 - Quiz

Wat is de pv:
Wie at alle boterhammen op?

Slide 13 - Open question

Wat is de pv?
Uiteindelijk moest de generaal de aanval in de woestijn afbreken.

Slide 14 - Open question

Op welke drie manieren kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 15 - Open question

Oefenen grammatica §2
Opdracht: Maak IN JE WERKBOEK/schrift:
Grammatica §2 (blz. 202) opdracht 1 + 2.1 + 3.1

We bespreken de opdrachten over 10 minuten.

Hoe: Je werkt alleen
Nodig: Werkboek+ schrift + pen
Klaar: 
  • lees het nieuws op www.nu.nl
  • Oefen verder met de persoonvorm op www.taaloefenen.nl > grammatica zinsdelen > persoonsvorm. Oefen op niveau 3.


timer
10:00

Slide 16 - Slide

Na deze les wil ik...
De uitleg nog een keer horen
Meer voorbeelden zien
Meer oefeningen maken
De leerstof thuis nog eens bekijken
Nieuwe leerstof, want dit onderdeel begrijp ik.

Slide 17 - Poll

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen/boekpromotie (15 min)
  2. Grammatica zinsdelen: persoonsvorm (35 min)
  3. Evaluatie (5 min)
  4. Leesmonitor / huiswerk maken (20 min)

Slide 18 - Slide

Evaluatie
  • Waarom doe jij zo overdreven vriendelijk vandaag? 

  • Ben jij al jarig geweest dit jaar?

Slide 19 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen/boekpromotie (15 min)
  2. Grammatica zinsdelen: persoonsvorm (35 min)
  3. Evaluatie (5 min)
  4. Leesmonitor / huiswerk maken (20 min)

Slide 20 - Slide

Leesmonitor
Lees jij weleens boeken?

Zo ja, wat lees je dan?

Zo niet, hoe kunnen wij je helpen?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Dan nu de echte link
Startcode: jw3jBc

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

leesmonitor invullen
Startcode: jw3jBc

Klaar:
  • lees het nieuws op www.nu.nl
  • Oefen verder met de persoonvorm op www.taaloefenen.nl > grammatica zinsdelen > persoonsvorm. Oefen op niveau 3.


Slide 25 - Slide