L'article partitif

L'article partitif
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

L'article partitif

Slide 1 - Slide

"delend lidwoord"
  1. Wat is een delend lidwoord in het Nederlands?
  2. Wat is het delend lidwoord in het Frans?
  3. Uit welke vormen bestaat het delend lidwoord?
  4. Wat krijg je na een woord van hoeveelheid?
  5. Wat krijg je na een ontkenning in de zin?

Slide 2 - Slide


L' article partitif = het delend lidwoord. Dit kennen we niet in het Nederlands.
Dus: Als er in het Nederlands geen lidwoord staat, dan gebruiken we in het Frans l'article partitif. 
De hoeveelheid is onbekend

Exemple:
Ik drink koffie      Je bois du café
Ik eet vlees           Je mange de la viande
Ik drink water      Je bois de l'eau
Ik eet tomaten    Je mange des tomates

Slide 3 - Slide

 Lidwoord
 = delend lidw.
de     +
 le 
 = du
de     +
 la 
 = de la
de     +
 l'
 = de l'
de     +
 les
 = des
Vertaald naar het Nederlands heeft het Delend Lidwoord geen betekenis.

Slide 4 - Slide

Na een woord van hoeveelheid of ontkenning.

De delende lidwoorden du/ de la/ de l'/ des veranderen in de/ d'

Il boit un verre d'eau.
Il mange beaucoup de bonbons.
Elle ne mange pas de pain.

Slide 5 - Slide

Woorden van hoeveelheid:
  • Beaucoup = veel
  • Assez = genoeg
  • Trop = te veel
  • Un peu = een beetje 
  • Un litre = een liter
  • Une bouteille = een fles
  • une part= een deel
  • un cuillère à soup= een soeplepel

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Hoeveelheden leren op p 175 (CL) of op p 154 (CG)!

staan niet in de vocabulaire maar moeten wel gekend zijn op de taaltaak

Slide 8 - Slide

Kies het juiste delend lidwoord:
Ma soeur demande ..........eau.
A
de l'
B
d'

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Au café, je prends _____ coca.
A
du
B
des
C
de la
D
de l'

Slide 10 - Quiz

Non, je ne bois pas ..... coca.
(Kies het goede delend lidwoord)
A
du
B
des
C
de la
D
de

Slide 11 - Quiz

Vul het juiste delend lidwoord in:
'Ma mère achète......pain.
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 12 - Quiz

Stelling: als je in het NL geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord (article partitif).
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Je vervangt het delend lidwoord door de of d' wanneer er ___ in de zin staat (2 opties).
A
een woord van hoeveelheid
B
houden van
C
de ontkenning
D
een vraag

Slide 14 - Quiz

Kies het juiste delend lidwoord:
Je ne prends pas _____ fromage.
A
de
B
du
C
de la
D
des

Slide 15 - Quiz

35 cl _____ crème liquide (=room)
A
de la
B
de
C
des
D
du

Slide 16 - Quiz

Yaourt avec un peu ____ framboises.
A
des
B
du
C
de
D
de la

Slide 17 - Quiz

_____ beurre
A
de
B
du

Slide 18 - Quiz

une pincée ____ sel
A
de
B
du

Slide 19 - Quiz

_____ farine (= bloem)
A
de
B
de la
C
du
D
des

Slide 20 - Quiz