§2.3 Het stroomgebied van de rijn deel 2

2.3 Het stroomgebied van de Rijn

1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.3 Het stroomgebied van de Rijn

Slide 1 - Slide

Planning van de les
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg deel 1
  • Aan de slag!
  • Einde

Slide 2 - Slide

Bespreken opdracht
6 en 7

Slide 3 - Slide

De bovenloop van de Rijn ligt onder andere in...............  en in ...................
De middenloop van de Rijn ligt in ......................... daar gaat de Rijn al ......................
De benedenloop van de Rijn ligt in het ...................... van 
..................... Daar gaat de Rijn zich .....................    en mondt uit als ..................
Antwoorden: 
vertakken
Zwitserland 
Nederland
Duitsland 
laagland 
meanderen
de Alpen
Delta

Slide 4 - Drag question

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Waterscheiding
Stroomgebied van de Rijn
Bovenloop
Stroomstelsel
Stroomgebied van de Maas

Slide 5 - Drag question

Leerdoelen
Na deze les:
... weet je het verschil tussen verhang en verval
... kan je in eigen woorden uitleggen wat het debiet van een rivier is

Slide 6 - Slide

uitleg/aantekeningen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Overstromingen
Mensen wonen graag dichtbij de rivier. 
Hierdoor veel bouwing en verstening rondom rivier. 

Hierdoor verminderde infiltratie  (=binnendringen van water in grond) en daardoor stroomt de rivier snel vol.


Slide 9 - Slide

Overstromingen
Als het hard regent, gaat al het water direct naar de rivier. Door de verstening is de vertragingstijd afgenomen.

Er is dus een grotere kans op overstromingen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Stroomgebied Rijn en Maas

Slide 12 - Slide

Stroming in rivier
Regiem: Schommelingen in de rivier:

Debiet: hoeveelheid water per seconde door rivier stroomt


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video




Verval =
hoogteverschil tussen 2 punten langs een rivier.






Verhang
verval per km, dus het hoogteverschil per km dat de rivier stroomt

Slide 15 - Slide

Verval=
hoogteverschil=
2500-2000= 500 m

Slide 16 - Slide

Bereken het verval en verhang:
Plaats 1: Spijk=12m
Plaats 2: Hoek van Holland= 0m
Afstand tussen plaats 1 en 2 = 150km

Verval=...................
Verhang=......................... : ............... = .....m/km

Slide 17 - Slide

vul in& kies uit:
 ++ (veel/groot) + (gemiddeld/aanwezig) - (klein/niet)
timer
2:30

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Maak van §2.3 opdrachten 2, 8 en 10

Slide 19 - Slide

herhalen/nabespreken

Slide 20 - Slide

vul in& kies uit:
 ++ (veel/groot) + (gemiddeld/aanwezig) - (klein/niet)
timer
2:30

Slide 21 - Slide

Waar vindt erosie plaats en waar sedimentatie?
A
Erosie in de bovenloop, sedimentatie in de benedenloop
B
Sedimentatie in de bovenloop, erosie in de benedenloop
C
Sedimentatie in de benedenloop, erosie in de middenloop en sedimentatie in de bovenloop
D
Erosie in de benedenloop, erosie in de middenloop en sedimentatie in de bovenloop

Slide 22 - Quiz

Het einde van de Rijn, waar de rivier zee in stroomt, heet ook wel
A
De delta
B
De overloop
C
De einloop
D
Estuarium

Slide 23 - Quiz

Hier stroomt het water het hardst
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop

Slide 24 - Quiz

Hier vindt het meeste sedimentatie plaats
A
Middenloop
B
Benedenloop
C
Bovenloop
D
Achterloop

Slide 25 - Quiz

Welk proces overheerst hier op de foto?
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 26 - Quiz

Welk proces overheerst hier op de foto?
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 27 - Quiz

In de binnenbocht vindt.....plaats
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 28 - Quiz