What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
*Woordsoorten paragraaf 12 , vwo 1
Woordsoorten paragraaf 12
Voorzetsel en bijwoord
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordsoorten paragraaf 12
Voorzetsel en bijwoord
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Na deze lessenserie kun je:
- voorzetsel en bijwoorden herkennen en gebruiken
Vragen over het huiswerk?
Slide 2 - Slide
Haal alle voorzetsels uit de volgende zin:
De kleine kinderen van mijn collega zijn bezig met een prachtige tekening.
Slide 3 - Open question
Haal alle voorzetsels uit de volgende zin:
Vanwege deze unieke situatie leer ik ineens heel veel over digitaal lesgeven.
Slide 4 - Open question
Welke voorzetsel hoort op de puntjes?
Ik zou het....jouw hulp nooit gered hebben.
A
met
B
zonder
C
voor
D
tijdens
Slide 5 - Quiz
Zit er een voorzetsel in deze zin?
De docent kijkt de toets na.
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Welke voorzetseluitdrukking hoort in deze zin?
… verband … de vakantie zijn de winkels langer open.
Slide 7 - Open question
Welke voorzetseluitdrukking hoort in deze zin?
… tegenstelling … vorig jaar trok de kermis nu veel bezoekers.
Slide 8 - Open question
Welke voorzetsels zitten er in deze zin?
Op school schrijf ik soms stiekem mijn huiswerk over van een klasgenoot.
Slide 9 - Open question
Bijwoorden
Bekijk het filmpje op Nieuw Nederlands voor uitleg
Slide 10 - Slide
Bijwoorden
geven een plaats aan:
hier, er, daar, rechts, ergens, nergens
geven een tijd aan:
nu, soms, plotseling, 's morgens, gauw, vanavond, daarna
zijn woorden als:
wel, toch, ook, nog, immers, niet, misschien
zijn vraagwoorden als:
waar, wanneer, waarom, waardoor, waarmee en hoe
.
(Verwar het bijwoord niet met het vragend voornaamwoord)
is het losse deel van een splitsbaar werkwoord dat op een voorzetsel lijkt:
Ik kijk haar
aan
.
Kunnen iets zeggen over:
een werkwoord: De scooter rijdt
hard
.
een ander bijwoord: Hij heeft zijn test
bijzonder slecht
gemaakt.
een bijvoeglijk naamwoord: Er liggen
erg
zieke mensen in een ziekenhuis.
Slide 11 - Slide
Noteer de twee bijwoorden uit onderstaande zin.
Waarschijnlijk zal de nieuwslezer vanavond vertellen over de opkomende storm.
Slide 12 - Open question
Noteer de twee bijwoorden uit onderstaande zin.
Dat vind ik een heel erg mooi cadeau.
Slide 13 - Open question
Noteer de twee bijwoorden uit onderstaande zin.
Jullie zouden toch gisteren vertrekken naar Marbella?
Slide 14 - Open question
Noteer de twee bijwoorden uit onderstaande zin.
Ik zou morgen zeker naar de nieuwe James Bondfilm gaan!
Slide 15 - Open question
Opdracht
Maak van Nieuw Nederlands online, cursus 5, paragraaf 12 opdracht 1, 2, 3, 5 en 7B
Klaar? Lezen in je leesboek/ werken aan je boekopdracht.
Slide 16 - Slide
More lessons like this
*Woordsoorten paragraaf 12 , vwo 1
May 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
*Woordsoorten H6, vwo 1
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
H36 Bijwoord en voorzetsel
March 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica C Bijwoord en voorzetsel
April 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Havo 1: grammatica woordsoorten H6
March 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammatica woordsoorten H5 + H6
February 2022
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Week 5 Nederlands 3 vwo grammatica
June 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordsoorten paragraaf 10, vwo 1
March 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1