10.1 Nazi-Duitsland, 16/4

10.1 Nazi-Duitsland
vandaag 5e uur:

- herhalen stof vorige les(sen)

- 10.1 Nazi-Duitsland

- leerdoelen (blz. 239)

1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

10.1 Nazi-Duitsland
vandaag 5e uur:

- herhalen stof vorige les(sen)

- 10.1 Nazi-Duitsland

- leerdoelen (blz. 239)

Slide 1 - Slide

kenmerkende aspecten:
37: de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vorm van massaorganisatie


38: het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieen communisme en fascisme/nationaalsocialisme

Slide 2 - Slide

leerdoelen
1. Je kunt kenmerken van en overeenkomsten en verschillen noemen tussen het fascisme en nationaalsocialisme;

2. Je kunt uitleggen hoe Hitler aan de macht is gekomen;

3. Je kunt beschrijven hoe het antisemitisme in Duitsland tijdens de jaren 30 in de praktijk werd gebracht.

Slide 3 - Slide

opdracht: Zet onderstaande gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1. Na het verliezen van de Eerste Wereldoorlog moet Duitsland het Verdrag van Versailles ondertekenen.

2. Europese landen overleggen in Berlijn om grondgebied in Afrika eerlijk te verdelen, wat past bij het modern imperialisme.

3. Koning Willem I wordt tijdens de Restauratie koning van Nederland en België.

4. In Frankrijk en België wordt een loopgravenoorlog gevoerd.

5. Nationalistische Belgen komen in opstand en maken zich los van Nederland.

6. Johan Rudolph Thorbecke schrijft een nieuwe, liberale grondwet in opdracht van de koning. 

Slide 4 - Slide

situatie in Duitsland vanaf 1918: veel onvrede
  • Verlies van de oorlog

  • Armoede, werkloosheid, inflatie

  • Vrede van Versailles

  • 'Duitse volk is schuldig aan het uitbreken van de oorlog'

  • 1919: Republiek van Weimar: krachteloos; verdeeld parlement


 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

            Duitsland na WO I

  • meer aanhang voor extreem-links en extreem-rechts
  • (NS)DAP Hitler
  • 1923: Putsch
  • 1924: Dawesplan
  • 1925: Verdrag van Locarno
  • 1926: Volkenbond
  •  1929: Beurskrach

Slide 7 - Slide

1933
  • 30 januari:   Hitler rijkskanselier (steun conservatieve elite)

  • 27 februari: Rijksdagbrand                

  • 23 maart:    Machtigingswet 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Kenmerken nationaalsocialisme:

1. afschaffing democratie (Führer) > totalitaire dictatuur

2. censuur, geheime politie, indoctrinatie, massa-organisatie

3. individu van waarde als onderdeel van het (Germaanse) ras






4. nationalistisch > 'Das dritte Reich'  en 'Lebensraum'

5. Rassenleer: Ubermenschen und Untermenschen'
     > anti-semitisme

6. verheerlijking van geweld (SA en SS)

Slide 10 - Slide

Dachau- 1933
eerste concentratiekamp

vooral politieke gevangenen

https://www.youtube.com/watch?v=XoOPcOTJOmc
(filmpje Dachau; pittig!)

Slide 11 - Slide

(buitenlandse) politiek Hitler (1)
  • 1934: Nacht van de Lange Messen

  • 1935: Neurenberger Wetten

  • 1936: bezetting Rijnland

  • 1938: Anschluss

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

(buitenlandse) politiek Hitler (2)
  •     1938: Tsjechoslowakije:
                       -  Sudetenland

  •     1938: Conferentie van München

  •     1938: Kristallnacht

  •     1939: Non-agressiepact



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

fascisme
  • Fascistische bewegingen, ontstaan in Italië door onvrede over:
  • uitkomsten  Vrede van Versailles
  • economische situatie na WO I
  • politieke verdeeldheid  
  • Gevolg: 'roep om een sterke man' > Benito Mussolini > knokploegen:
  • 'Fasci di Combattimento' > Fascisme

Slide 16 - Slide

Kenmerken fascisme: een 'tegenpartij'

  • Tegen: liberalisme, kapitalisme, communisme, pacifisme, democratie en internationalisme'
  • Voor:
1.  één leider > il Duce (ongelijkheid van mensen)
2. nationalistisch > 'Mare Nostrum' 
3. individuele belangen zijn ondergeschikt aan die van de staat
4.  verheerlijken van geweld en militarisme
5. intuïtie belangrijker dan de rede

Slide 17 - Slide

huiswerk dinsdag 23 april
 2e uur:

9.4/11.4: maken opdracht
4 t/m 9

huiswerk dinsdag 23 april 
5e uur:

10.1/12.1: maken opdracht
4 t/m 11

Slide 18 - Slide