Unit 1.5.2 - A/An

Welcome back! take out your notebooks and diary. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welcome back! take out your notebooks and diary. 

Slide 1 - Slide

Homework 
What you need to know for your test:

 PW unit1 - Kennen en kunnen toepassen ALLE woorden unit 1, expressions en grammar. Study the blue pages (44 - 51)

Slide 2 - Slide

Homework revision:
Ex. 6 and Ex. 7 vanaf p. 36 and 37.

Slide 3 - Slide

Have got
Wat betekent have got?

Slide 4 - Slide

have got
=
hebben

Slide 5 - Slide

Grammar so far...

Slide 6 - Slide

Today's goals
  • Aan het eind van de les weet ik wat lidwoorden zijn in het Engels.
  • Aan het eind van de les weet ik hoe ik deze lidwoorden kan gebruiken.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

What do "a" and "an" mean?
A
de
B
het
C
een

Slide 9 - Quiz

 A or AN?
  • Watch the video.
  • At the end of the video, you can explain the difference between "a" and "an". 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

 A or AN?
  • "a" and "an" are the English word for "een"
  • We use "an" with a vowel (klinker)
  • We use "a" with a consonant (medeklinker)

Slide 12 - Slide

A/ An rule?         

Slide 13 - Slide

Een (A/An)
A gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:
- A woman
- A shoe
AN gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker
- An apple
- An egg
Maar ook als een klinker klinkt als een medeklinker:
- ''u'' klinkt als ''you'' -> A university
- ''o'' klinkt als ''w'' -> A one-room apartment 
Maar ook als een medeklinker,klinkt als een klinker:
-  een stomme ''h'' -> an hour
- een afkorting -> an NBC reporter

Slide 14 - Slide

Let's see what you remember.

Slide 15 - Slide


House
A
a
B
an

Slide 16 - Quiz


Phone
A
a
B
an

Slide 17 - Quiz


Elephant
A
a
B
an

Slide 18 - Quiz


Baby elephant
A
a
B
an

Slide 19 - Quiz


Hour
A
a
B
an

Slide 20 - Quiz

A
AN
table
unicorn
egg
chicken
island
book
orange

Slide 21 - Drag question

What is the difference between "a"
and "an"?

Slide 22 - Mind map

Class activity

Let's get to work. 

Quiz 

Slide 23 - Slide

Homework 
What you need to know for your test:

 PW unit1 - Kennen en kunnen toepassen ALLE woorden unit 1, expressions en grammar. Study the blue pages (44 - 51)

Slide 24 - Slide