What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Van Start Boodschappen doen
dialoog
Op de markt
kopen
prijs /
betalen
groente en fruit
pluralis
adjectief
u - uu
z.27
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
NT2
Beroepsopleiding
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
dialoog
Op de markt
kopen
prijs /
betalen
groente en fruit
pluralis
adjectief
u - uu
z.27
Slide 1 - Slide
Op de markt
citroen - citroenen
sinaasappel - sinaasappellen / sinaasappels
ui- uien
druif - druiven
mandarijn - mandarijnen
bataat - bataten
ijsberg sla
appel - appelen / appels
peer - peren
andijvie
aardbei - aardbeien
rood fruit: framboos - frambozen, kers - kersen, bosbes - bosbessen, braam, bramen
knoflook
Slide 2 - Slide
Welk product zie je hier?
A
knoflook
B
bloemkool
C
peterselie
D
boerenkool
Slide 3 - Quiz
Wat zie je hier?
A
knoflook
B
andijvie
C
komkommer
D
boerenkool
Slide 4 - Quiz
Welke groente is dit?
A
wortel
B
andijvie
C
komkommer
D
boerenkool
Slide 5 - Quiz
A
wortel
B
bonen
C
boontjes
D
noten
Slide 6 - Quiz
pluralis
meestal
-en
een lettergreep
uien, kolen, bonen
benen, rampen, koppen, spellen
maar ook
aardappelen
sinaasappelen
-s
meer lettergrepen:
courgettes, aubergines, wortels
eindigend op: - el, -em, -en, -er, -e, -ie
winkels,
leenwoorden van een lettergrepen:
films
-'s
eindigend op a, i, o, u of y (uitspraak)
paprika's, kiwi's, auto's, paralu's, lolly's
blz. 69
Slide 7 - Slide
geen meervoud: hoe komt dat?
dertig
cent
/ een paar centen
vijftig
jaar
/ ik heb jaren gewerkt
het duurt zes
uur
/ ik heb uren gewacht
acht
euro
/ heb jij nog euro's?
tien
kilo
/ we hebben kilo's aardappelen
woorden van hoeveelheid
words of quantity
Slide 8 - Slide
2. Luister naar de tekst.
Op de markt.
- Beantwoord de vragen.
- Je krijgt nu de tekst.
- Maak nu de schrijfopdrachten (op papier)
- Werk in tweetallen. Praat samen. Schrijf de dialoog "Op de markt".
- Doe de dialog voor de klas.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Hutspot
Erwtensoep
Boerenkool met worst
Zuurkool met worst
Nieuwe haring
Hachee
Slide 11 - Slide
Adjectieven
de
film - een
leuke
film
de
wijn - (een)
lekkere
wijn
het
bier - (een)
lekker
bier
bijvoeglijk naamwoord staat meestal voor een zelfstandig naamwoord (substantief p. 69)
het
woorden - adjectief
de
woorden - adjectief + e
de
wijn -
lekkere
wijn
het
bier -
lekker
bier
de
taal - een
moeilijke
taal
het
boek - een
moeilijk
boek
Slide 12 - Slide
adjectief
de
courgette - een
kleine
courgette
de
paprika - een
gele
paprika
het
tomaatje - een
mooi
tomaatje
een Turks restaurant
een Turkse bakker
Slide 13 - Slide
Op de markt
citroen - citroenen
sinaasappel - sinaasappellen / sinaasappels
ui- uien
druif - druiven
mandarijn - mandarijnen
bataat - bataten
ijsberg sla
appel - appelen / appels
peer - peren
andijvie
aardbei - aardbeien
rood fruit: framboos - frambozen, kers - kersen, bosbes - bosbessen, braam, bramen
knoflook
Slide 14 - Slide
adjectief
de
-woorden
jongen
De jongen (is mooi).
de
mooie
jongen
een
mooie
jongen
het
-woorden
meisje
Het meisje (is mooi).
het
mooie
meisje
een
mooi
meisje
Slide 15 - Slide
de ... courgette
A
klein
B
kleine
Slide 16 - Quiz
een ... courgette
A
klein
B
kleine
Slide 17 - Quiz
het ... café
A
klein
B
kleine
Slide 18 - Quiz
een ... café
A
klein
B
kleine
Slide 19 - Quiz
een ... idee
A
goed
B
goede
Slide 20 - Quiz
een ... film
A
fantastisch
B
fantastische
Slide 21 - Quiz
een ... bril
A
leuk
B
leuke
Slide 22 - Quiz
een ... weekend
A
prettig
B
prettige
Slide 23 - Quiz
1.
Je gaat naar de markt!
Wat ga je kopen?
Wat kost dat?
2.
Maak een boodschappenlijstje
met 4-7 dingen.
(denk aan de pluralis)
Slide 24 - Slide
Huiswerk
Werk samen.
Slide 25 - Slide
de markt
Slide 26 - Mind map
hoofdzin
bloemkool
Slide 27 - Open question
hoofdzin met inversie
appels
Slide 28 - Open question
ja/nee-vraag
tomatensoep
Slide 29 - Open question
informatievraag
de markt
Slide 30 - Open question
Geven
stam = gev
ik-vorm = geef
ik-vorm + t = geeft
Gaan
stam = gaa
ik-vorm = ga
stam + t = gaat
Werken
stam = werk
ik-vorm = werk
ik-vorm + t = werkt
Verven
stam = verv
ik-vorm = verf
ik-vorm + t = verft
imperatief
Werk
door.
Ga
maar zitten.
Verf
de schuur maar.
Geef
mij even een biertje.
beleefd - ik-vorm + t + u
Werkt
u maar door.
Gaat
u maar even zitten.
Verft
u de schuur maar.
Geeft
u mij maar een biertje.
Slide 31 - Slide
maar, maar even, eens
.
Maak opdracht 5!
Maak opdracht 5
maar
.
Schrijf je naam op!
Schrijf je naam
maar even
op.
Geef me die pen!
Geef me die pen
eens
?
Slide 32 - Slide
instructie
Bedenk vijf instructies.
Geef de instructies aan je mede-cursist(en).
bijvoorbeeld:
Doe het licht aan.
Slide 33 - Slide
Hollandse winterkost
Welke imperatieven komen in de tekst voor?
Schrijf je eigen recept
Slide 34 - Slide
uitspraak
u - uu
Slide 35 - Slide
1.
maak een woordwolk
www.woordwolk.nl
2.
maak een hoofdzin
Hoofdzin met inversie
ja/nee-vraag
vraagwoordzin
Slide 36 - Slide
benodigdheden
Parmezaanse kaas
boter
ui
rijst
wijn
bouillon
peper
zout
Imperatieven
rasp
fruit
kies
verhit
voeg ... toe
bak ... mee
roer
kook ... mee
herhaal
zet ... uit
doe
laat
neem
breng
serveer
risotto maken
Slide 37 - Slide
huiswerk
blz. 74, opdracht 2
blz. 81, opdracht 13
blz. 82, cultuur: vertel iets over de eetcultuur in je land.
Koop iets (op de markt) in het Nederlands.
gebruik drie nieuwe woorden
Reflectie op blz. 83
Verdiepingsmateriaal op blz. 83
Slide 38 - Slide
More lessons like this
Hoofdstuk 5 Nig
October 2022
- Lesson with
42 slides
NT2
Beroepsopleiding
Hoofdstuk 5 Nig
October 2023
- Lesson with
47 slides
NT2
Beroepsopleiding
Van Start Boodschappen doen
December 2023
- Lesson with
39 slides
NT2
Beroepsopleiding
Grammatica met Gebiedende wijs
May 2023
- Lesson with
40 slides
NT2
Beroepsopleiding
fruit en groenten - naar de markt
May 2022
- Lesson with
34 slides
NT2
Beroepsopleiding
fruit en groenten - naar de markt
April 2024
- Lesson with
31 slides
NT2
Beroepsopleiding
groep 1b
June 2022
- Lesson with
35 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
fruit en groenten - naar de markt
April 2024
- Lesson with
32 slides
NT2
Beroepsopleiding