We zijn geen vreemden in ons eigen land. Maar als we niet oppassen, worden we wel vreemden in ons eigen hart

Lesdoelen
  • Je begrijpt de hoofdgedachte van de tekst 'We zijn geen vreemden in ons eigen land. Maar als we niet oppassen, worden we wel vreemden in ons eigen hart.'
  • Je kent aan het eind van de les het verschil tussen waarderende en feitelijke argumenten.
  • Je kunt deze argumenten uit een tekst halen.
  • Je kunt het standpunt van een tekst bepalen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Je begrijpt de hoofdgedachte van de tekst 'We zijn geen vreemden in ons eigen land. Maar als we niet oppassen, worden we wel vreemden in ons eigen hart.'
  • Je kent aan het eind van de les het verschil tussen waarderende en feitelijke argumenten.
  • Je kunt deze argumenten uit een tekst halen.
  • Je kunt het standpunt van een tekst bepalen.

Slide 1 - Slide

Toetsweek 4
Voor de toets leesvaardigheid bestudeer je de volgende paragrafen:
1.1
1.2
2.1
2.2
2.3
3.1
3.2
3.3

Slide 2 - Slide

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
Klassikaal de tekst lezen

Slide 3 - Slide

Wat voor soort tekst is dit?

Slide 4 - Open question

Over de auteur
 Asha ten Broeke is wetenschapsjournalist en columnist van de Volkskrant. Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit. 

Slide 5 - Slide

Moeilijke woorden
  • afkalven?
  • achteruitgaan, afbrokkelen
  • empathie? 
  • inlevingsvermogen
  • morele plicht?
  • de verplichting om te handelen op basis van ethische overtuigingen 
  • misère
  • ellende

Slide 6 - Slide

De schrijver eindigt met 'We zijn geen vreemden in ons eigen land. Maar als we niet oppassen, worden we wel vreemden in ons eigen hart'. Wat vind jij van deze uitspraak? Onderbouw je antwoord met uitleg.

Slide 7 - Open question

Theorie feitelijk/waarderend 
Feitelijk: je kunt controleren of de uitspraak waar is of onwaar

Waarderend: wenselijk of onwenselijk
                            goed of slecht, mooi of lelijk, 
                            waardevol of waardeloos, etc. 
          Van mening verschillen -> ondersteunen met een extra.                  argument 

Slide 8 - Slide

Standpunt: 
Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Rotterdam gaan.
Waarderend argument
Feitelijk 
argument

Reizen met het OV is veel rustiger.
Het OV is goedkoper dan de auto.

Slide 9 - Drag question

Standpunt: 
Maastricht is een prima stad om een 
excursie voor CKV te organiseren. 
Waarderend argument
Feitelijk argument
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken.
Maastricht heeft een gezellige binnenstad.

Slide 10 - Drag question

Onderstreep in je artikel 
waarderende argumenten met rood
feitelijke argumenten met blauw
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Wat is het standpunt van Asha ten Broeke?

Slide 12 - Open question

Zoek een informerend artikel over migratie in de krantenbak van Nexis Uni mediatheek online.
Wat is de belangrijkste informatie die dit artikel geeft?
Als je het artikel van Asha ten Broeke vergelijkt met je zelfgekozen artikel, wat is dan het belangrijkste verschil?

Slide 13 - Slide