This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Begrippen maatschappijleer
Slide 1 - Slide
Verenigde naties
A
zorgen voor vrijhandel
B
zorgen voor vrede en veiligheid
C
zorgen voor bondgenoten
D
zorgen voor structuur
Slide 2 - Quiz
globalisering
A
bedrijven binnen Nederland
B
inwoners van Nederland die verbonden zijn
C
inwoners in de wereld die verbonden zijn
D
inwoners van Europa die vrij kunnen reizen
Slide 3 - Quiz
Een socialiserende instantie is
A
onderwijs
B
vrienden
C
de straat
D
sociale media
Slide 4 - Quiz
Sociale verschillen ontstaan
A
verschil in normen en waarden
B
verschil in status, inkomen en macht
C
verschil in uiterlijk
D
verschil in afkomst
Slide 5 - Quiz
Een belangenorganisatie is
A
RENN4
B
ANWB
C
Greenpeace
D
Nike
Slide 6 - Quiz
Een waarde is
A
eerlijkheid
B
niet door rood rijden
C
niet stelen
D
op tijd komen
Slide 7 - Quiz
Machtsmiddelen zijn
A
aantal en functie
B
wapens
C
aanzien en inkomen
D
maatschappelijke positie
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Stereotype en vooroordeel
= een beeld van een groep
= een oordeel op grond van dat stereotype
Slide 10 - Slide
Stereotypering
= negatieve beeldvorming, veelal gevolg van generalisaties. Dus kenmerken toeschrijven aan een grote groep die kenmerkend zijn voor een kleine groep.
Slide 11 - Slide
Maatschappelijke ladder
Macht en verantwoordelijkheid
Kennis of vaardigheden
Inkomen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Iemand in armoede staat onder aan de maatschappelijke ladder
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Zet de drie beroepen op de maatschappelijke ladder van hoog naar laag
A
chirurg - leerkracht - vakkenvuller
B
premier - vuilnisman - dokter
C
chirurg - minister - directeur
D
vakkenvuller - leerkracht - premier
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Hoe ontstaat een groepsgevoel?
3. Wanneer mensen een gezamenlijk belang of probleem hebben. Bijvoorbeeld:
Scholieren
Treinreizigers
Werknemers
Automobilisten
Etc…
Slide 17 - Slide
Hoe ontstaat een groepsgevoel?
2. De religie waar je in gelooft. Bijvoorbeeld:
Het katholicisme
De islam
Het jodendom
Het protestantisme
Het boeddhisme
Etc…
Slide 18 - Slide
Opdracht
Verklaar waarom de minderjarige jongeren een mes gebruiken. Gebruik in je antwoord de begrippen die wij vandaag in de les hebben geleerd, namelijk: identificatie, groepsidentificatie en jongerencultuur.
Zelfstandig, zachtjes overleggen mag.
Tijd: 5 minuten
timer
5:00
Slide 19 - Slide
Hoe ontstaat een groepsgevoel?
1. De plaats waar je vandaan komt. Denk aan mensen die:
in een dorp of juist een stad wonen (Amsterdammers / Rotterdammers).
in een bepaalde provincie wonen (Friezen / Zeeuwen).
afkomstig zijn uit een ander land (Surinamers / Turken).