Vaste voorvoegsels ad, ab, ob en sub

Vaste voorvoegsels ad, ab, ob en sub
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Vaste voorvoegsels ad, ab, ob en sub

Slide 1 - Slide

Welke woorden ken je, die beginnen met het voorvoegsel ad~ ?

Slide 2 - Mind map

Woorden met voorvoegsel ob~

Slide 3 - Mind map

Hoe iemand iets persoonlijk (zelf) ziet, noem je...
A
supjectief
B
subjektief
C
subjectief
D
supjectief

Slide 4 - Quiz

Geld dat je van de overheid krijgt voor iets dat zij belangrijk vinden = een su.....

Slide 5 - Open question

CenterParcs heeft een .... zwembad.
A
subtropich
B
subtropisch
C
subtroopisch
D
subtropies

Slide 6 - Quiz

Je hoort /apstrakt/, je schrijft....

Slide 7 - Open question

'Niet normaal', is ook wel a...

Slide 8 - Open question

Hoe schrijf je /apsurt/ ?

Slide 9 - Open question

Kunst dat niet persé iets bestaand voorstelt, is ..... kunst.

Slide 10 - Open question

Deze man is een bekende ....(beroep)

Slide 11 - Open question

Welk woord is GOED?
A
atmieniestraatsie
B
atministratie
C
adminiestratie
D
administratie

Slide 12 - Quiz

Een hobbel of iets dat in de weg staat, noem je ook wel een o....

Slide 13 - Open question