Creva 2

Creva 2   The next step
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Creatief denkenHBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Creva 2   The next step

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Een denk-energizer
Bert en Rita zijn in de kelder. Rita loopt rusteloos heen-en-weer. Bert heeft haar beloofd dat ze zouden gaan wandelen in het park, nadat hij met de elektrische bedrading in de kelder klaar was. "Ik heb zes meter verlengkabel nodig," zegt Bert. Hij rolt zes meter tweepolige draad van de rol en knipt precies de juiste lengte af. Hij stript de isolatie van een eind, neemt dan een contrastekker en bevestigd die aan zijn eind. Daarna begint hij met de stekker aan het andere eind. Rita heeft geen verstand van elektriciteit maar doet haar best om te helpen. Ze bekijkt de contrastekker en onderwerpt de kabel aan een grondig onderzoek. Toen Bert klaar was, zei hij, "ik zal eens kijken of het gelukt is," terwijl hij de stekker in een geschakeld stopcontact aan de wand drukt. Hij drukt op de schakelaar en de zekering brandt door. Wat was er mis gegaan?


Slide 3 - Slide

Stap 1: Het probleem
 Probleemstelling scherp formuleren
Een goede stelling bevat verder een probleemeigenaar, werkwoord en doelgebied.
Heeft een deugdelijke analyse ondergaan
Begint met: Hoe of bedenk…
Ligt niet te hoog of te laag op de abstractieladder

Slide 4 - Slide

Bedenk zelf een probleemstelling. Gebruik hiervoor de projectcase.

Slide 5 - Open question

Stap 2: de brainstorm
  • Zoek veel alternatieven : Kwantiteit geeft vaak kwaliteit.
  • Ga voor extreme ideeën: Wees niet te kritisch, sta jezelf de wildste ideeën toe.
  • Combineer: Zoek combinaties van ideeën.
  • Neem de tijd: Een fantastisch idee ontstaat niet zomaar. Dat kost je tijd en energie
  • Mag niet te lang duren

Slide 6 - Slide

Stap 3: Divergeren
Een zo groot mogelijk oplossingsspectrum creëren, verwijderen van het oorspronkelijke probleem

Een belangrijke houding is het uitstellen van je oordeel. De bovenstaande  video geeft aan hoe lastig dit is. In het verleden zat men er ook vaak naast. Men hielp door een kritische houding en het gebruik van dooddoeners al snel innovaties om zeep.

Slide 7 - Slide

Divergeren: verbeeldingskracht en sterke ideeën
Ideeën bedenk je niet, je ziet ze

Beeldkracht: het visioen, dagdromen
Vormkracht: oplossend vermogen van het idee, perspectief en richting
Daadkracht: gebaseerd op verschillende belangen

        - Komt terug in les 3

Beelddenkers zijn sterk in het voordeel

Slide 8 - Slide

Associatie
Associeren is een erg belangrijke vaardigheid bij creatief denken.
We kennen 2 soorten associaties: 
1) Een ketting-associatie, ieder associeert op het woord dat door de voorganger wordt gezegd
2) Een bloem-associatie 
Met de bloem - associatie gaan we oefenen

Slide 9 - Slide

hondenhok

Slide 10 - Mind map

Divergerende technieken: het gaat om verwijdering; je probeert de oplloossingsruimte zo groot mogelijk te maken 
Analogie: Vergelijk met iets uit een andere omgeving. Schrijf de eigenschappen van dat woord op en pas die toe op het probleem.
Makkelijke techniek, bijna overal toe te passen.  
Het iets kan van alles zijn, echter:
Technisch probleem: natuur element
Organisch probleem: technisch element

Slide 11 - Slide

Het probleem is het ontwerp van een tafel
Een woord wat er niets mee te maken heeft is bv Wolk.
schrijf de eigenschappen van een wolk op:
zacht, wit, in de lucht etc en verbindt deze met het bedenken van een nieuwe tafel.  Bv. Hoe ziet een zachte tafel eruit?

Slide 12 - Slide

Een bedrijf wil graag een nieuwe tandenborstel op de markt brengen.
De creatieve vraag zou kunnen zijn:

Slide 13 - Open question

Divergeren: Vooronderstellingen
Men heeft vooronderstellingen ten aanzien van vele dingen. Deze techniek gaat er van uit dat de vooronderstelling wordt verworpen.
Je maakt een lijst van vooronderstellingen en per vooronderstelling  zeg je: hoe ziet het eruit als dat  niet het geval is. 
Voorbeeld: Fiets.  
Hoe ziet een fiets zonder wielen eruit?
Hoe ziet een fiets zonder stuur eruit ?

Slide 14 - Slide

FF denken
Een man woont op de tiende verdieping van een appartementencomplex. Iedere dag neemt hij de lift naar beneden om te gaan werken of winkelen. Wanneer hij terugkeert, neemt hij de lift naar de zevende verdieping en neemt vervolgens de trap naar zijn appartement op de tiende verdieping. Behalve op regenachtige dagen, want dan neemt hij rechtstreeks de lift naar de tiende verdieping.

Hij haat lopen, waarom doet hij dit ?

Slide 15 - Slide

Divergeren: Metaforen
Metaforen: probleem vergelijken met een andere omgeving. Vergelijk de situatie met een tuin, teken de tuinen zoals jij ze ziet.
Metaforen zijn niet probleemoplossend, maar doorbreken wel een bestaand denkpatroon. Door het vraagstuk naar een totaal andere context te brengen kan je op nieuwe ideeën komen. Daarnaast is een metafoor minder bedreigend dan in je eigen woorden vertellen wat je ergens van vindt en geeft minder ruis. Met een metafoor is een mooi beeld neer te zetten. Een metafoor is vooral geschikt voor organisatie, communicatie en managementvraagstukken.


Slide 16 - Slide

Divergeren: Superheld
Hoe gaat de held het oplossen? Makkelijke techniek, vaak kinderlijke oplossingen.
Probleem: slecht ontbijtende kinderen.  Hoe gaat Asterix dit oplossen?


Slide 17 - Slide

Divergeren: Persoonlijke analogie
Denk je in dat jij het onderwerp van het probleem bent en hoe zou je het dan oplossen?
Verbeeldingskracht en loslaten zijn hier onontbeerlijk.

Slide 18 - Slide

Divergeren: Geleide fantasie
Beelddenktechniek waarbij jij jouw voorstelling van het probleem projecteert aan de hand van het verhaal  van de verteller.
  • Hypnose
    -achtig
  • Moeilijk
  • Emotioneel geladen

Slide 19 - Slide

Divergeren: SIT techniek
SIT techniek: systematic inventive thinking
  • Verwijderen van een component
  • Vermenigvuldigen van een component
  • Opdelen en herschikken van componenten
  • Herverdelen van functies van componenten
  • Verbanden leggen en verbreken tussen componenten

Deze techniek komt terug in les 3 (eigenlijk is het een soort van in the box denken)

Slide 20 - Slide

Drie mannen en.....
De man die het maakte wou het niet...
De man die het kocht gebruikte het niet zelf..
De man die het gebruikte heeft het nooit gezien...
Waarover gaat het?
timer
2:00

Slide 21 - Open question

De start van een creatieve sessie
Behandel alle volgende onderdelen voordat je gaat beginnen met de sessie:
  • Is het probleem helder genoeg?
  • Juiste probleemeigenaar? (bekwaam, betrokken , bevoegd)
  • Groepssamenstelling , 3-3-3
  • Omgeving, ruimte en middelen.
  • Timing, sessieplan.
  • Technieken


Slide 22 - Slide

Oefenen
Bedenk een nieuwe tandenborstel.
Techniek: Analogie
Stap 1: Probleemanalyse en probleemdefiniëring
Stap 2: Brainstorm
Stap 3: Creatieve techniek inzetten, in dit geval een analogie.

Slide 23 - Slide

timer
5:00
Brainstorm tandenborstel

Slide 24 - Mind map

Het analogon is vuur. Schrijf de eigenschappen van vuur op

Slide 25 - Mind map

Hoe ziet een tandenborstel met een bepaalde boom eigenschap eruit?

Slide 26 - Open question

Vooronderstellingen: Hoe krijgen we schoolgaande kinderen aan het ontbijten? Brainstorm

Slide 27 - Open question

Wat zijn de vooronderstellingen die je hebt bij : kinderen of bij ontbijt?

Slide 28 - Open question

Wat als een vooronderstelling niet opgaat, hoe ziet het er dan uit?

Slide 29 - Open question