Hoofdstuk 1 Basiskennis recht LJ1 2024

1 / 40
next
Slide 1: Slide
RechtenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Ben jij weleens met het recht in aanraking gekomen?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Noem iets waar jij recht op hebt.

Slide 10 - Mind map

Noem een plicht die jij hebt.

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Daphne heeft net een nieuwe telefoon gekocht.
Is het recht van Daphne om de telefoon te gebruiken recht als aanspraak of recht als regel?
A
Recht als aanspraak
B
Recht als regel

Slide 14 - Quiz

Mo rijdt in zijn auto op de snelweg. Hij wordt rechts ingehaald door een andere auto.
Volgens de regels mag je niet rechts inhalen. Gaat het hier om recht als aanspraak of recht als geheel van regels?
A
Recht als aanspraak
B
Recht als regel

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Denise moet thuis altijd de tafel afruimen na het eten.
Is hier sprake van een gewone regel of een rechtsregel?
A
Gewone regel
B
Rechtsregel

Slide 18 - Quiz

Tiffany werkt bij de bakker en heeft tijdens een werkdag recht op pauze.
Is er hier sprake van een gewone regel of een rechtsregel?
A
Gewone regel
B
Rechtsregel

Slide 19 - Quiz

Timothy gaat elke week met zijn familie naar de Boeddhistische tempel.
Is er hier sprake van een gewone regel of een rechtsregel?
A
Gewone regel
B
Rechtsregel

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Hamza heeft zijn eerste huis gekocht in Oss. In de koopovereenkomst is de regel opgenomen dat Hamza de woning moet accepteren in de staat waarin deze is.
Welke functie heeft deze rechtsregel?
A
Normatieve functie
B
Instrumentele functie
C
Aanvullende functie

Slide 22 - Quiz

Kim heeft tijdens een ruzie haar beste vriendin Jill in elkaar geslagen. Jill is zwaargewond afgevoerd naar het ziekenhuis.
In het Wetboek van Strafrecht staat dat je een ander niet mag mishandelen.
Welke functie heeft deze rechtsregel?
A
Normatieve functie
B
Instrumentele functie
C
Aanvullende functie

Slide 23 - Quiz

Ezra wil graag een festival organiseren voor 50.000 mensen in de gemeente Den Bosch. Hij moet hiervoor een vergunning aanvragen bij de gemeente.
Welke functie heeft deze rechtsregel?
A
Normatieve functie
B
Instrumentele functie
C
Aanvullende functie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Noem een voorbeeld van een rechtsfeit wat geen handeling is, maar wel rechtgevolg heeft. (=gebeurtenis)

Slide 29 - Open question

Geef een voorbeeld van een handeling met bedoeld rechtsgevolg. (rechtsgevolg was gepland)

Slide 30 - Open question

Geef een voorbeeld van een handeling zonder bedoeld rechtsgevolg. (rechtsgevolg was niet gepland)

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Welk rechtsgebied?
'Jan haalt frietjes bij de snackbar.'
A
Staatsrecht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht
D
Burgerlijk recht

Slide 36 - Quiz

Welk rechtsgebied?
'Jan slaat de buurman een gebroken neus.'
A
Staatsrecht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht
D
Burgerlijk recht

Slide 37 - Quiz

Welk rechtsgebied?
'Jan stemt bij de verkiezingen op de VVD.'
A
Staatsrecht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht
D
Burgerlijk recht

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide