PrepareTW_Question tags

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Question tags - uitleg
  • Staat er een vorm van to be in de zin (am - is - are) dan herhaal je deze variant.
  • Maak bij een bevestigende zin (+) een negatieve tag (-) en andersom. Denk aan de batterij!
Voorbeelden:
You are a boy, aren't you?
She isn't home, is she?

  • Staan er meerdere werkwoorden in de zin, dan herhaal je altijd het eerste werkwoord
Voorbeeld:
We can go home now, can't we?
We shouldn't do this, should we

Slide 2 - Slide

Question tags - uitleg
  • Staan er niet meerdere werkwoorden in en geen vorm van to be? Dan gebruik je do of does.
  • Does gebruik je als het gaat om he/she/it/Jack - Do gebruik je bij I-you-we-they-my parents

Voorbeelden:
My sister plays computer games, doesn't she?
(Waarom? Er is maar 1 werkwoord, en dat is geen be. Dus je moet do/does gebruiken. Er staat 'My sister', dus daarom does. De zin is +, dus mijn tag moet -. Doesn't she
He goes to school, doesn't he?
My parents read a book every night, don't they?

Slide 3 - Slide


Question Tags
Waarom gebruiken de Engelsen een Question Tag?
A
Daarmee stel je een vraag.
B
Om de vraag nogmaals kort te herhalen.
C
Om om bevestiging te vragen.

Slide 4 - Quiz

Question Tags
Welke zin is correct?
A
Tom is very strong, is he?
B
Tom is very strong, isn't he?

Slide 5 - Quiz

Question tags
You have never been in Paris,_____? v
A
haven't you
B
do you?
C
didn't you?
D
have you?

Slide 6 - Quiz

Question Tags, complete:
There were a lot of people, ...?

A
there were
B
there was
C
were there
D
weren't there

Slide 7 - Quiz

Form the question tag.
She plays outside, __________

Slide 8 - Open question

Form the question tag.
She is doing the dishes, ________

Slide 9 - Open question

Form the question tag.
They couldn’t find the key, _______

Slide 10 - Open question

Form the question tag.
I am in the wrong place, ________

Slide 11 - Open question

Question Tags
Snap je dit onderwerp en kun je dit toepassen in een Engelse zin?
A
Ja!
B
Ik wil er graag meer mee oefenen.
C
Ik wil graag de uitleg nog eens horen.
D
Ik snap er niks van.

Slide 12 - Quiz

Welke vragen heb je nog over dit onderwerp?

Slide 13 - Mind map