Les 3 Geluid par 3

1 / 17
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?


Les 1: herhalen + opdrachten afmaken vorige les
Les 2: Nieuwe stof en nieuwe opdrachten


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Wat is frequentie?
Dit is het aantal trillingen per seconde.
De eenheid
De eenheid van frequentie is in hertz, Hz. 
Hoge toon
Hoe groter de frequentie hoe hoger de toon

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Geluidsgolven en frequentie
Frequentie = aantal trillingen (golven) per seconde
Hoge toon = veel golven
Lage toon = weinig golven

Geluidssterkte = sterkte (volume) van het geluid
Hoge golf = hard geluid
Lage golf = zacht geluid

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Oefenen

Slide 5 - Slide

 a) Is toon A harder, zachter of even hard als toon C?
b) Is toon A hoger, lager of even hoog als toon C?
c) Is toon B harder, zachter of even hard als toon D?
 d) Is toon B hoger, lager of even hoog als toon D?
e) Is toon E harder, zachter of even hard als toon F?

Op de afbeelding zijn trillingen weergeven. Het plaatje stelt 1 seconde voor.

Hoeveel trillingen zie je op de afbeelding?
Wat is de frequentie? 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Op de afbeelding zijn trillingen weergeven. Het plaatje stelt 0,005 seconde voor
In 1 seconde gaan …. × zo veel trillingen als in 0,005 seconden.
De tijd van één trilling is … .
Hoeveel trillingen heb je dan per seconde?


Slide 7 - Slide

200 x zoveel trillingen
1 trilling = 0,0025

Opdrachten blad
  • Maak af opdrachtenblad 11 t/m 16 
  • Boek: Paragraaf 2 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 8.3 Geluidssterkte
8.3.1 Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
8.3.2 Je kunt beschrijven wat de gehoordrempel en de pijngrens zijn.
8.3.3 Je kunt het apparaat benoemen waarmee je geluidssterkte meet.
8.3.4 Je kunt uitleggen waarom de dB(A)-schaal gebruikt wordt.
8.3.5 Je kunt uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Geluidssterkte
Geluidssterkte
Geeft aan hoe hard een geluid is 
(volume)
De eenheid
De eenheid van geluidssterkte is decibel (dB).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Amplitude
Amplitude
De amplitude van een trilling is de afstand tussen de uiterste stand en het midden.
Hard geluid
Hoe harder een geluid, hoe groter de amplitude.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gehoordrempel en pijngrens
De gehoordrempel
De gehoordrempel is de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen
De pijngrens
De pijngrens is de geluidssterkte waarbij je oren pijn beginnen te doen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De decibelschaal
Decibel meter
dB (A)
De geluidssterkte wordt gemeten in decibel(A). De (A) geeft aan dat er bij de meting rekening is gehouden met het menselijk gehoor. 

Slide 13 - Slide

Vanaf 80 dB kan het schadelijk zijn.
Gehoorbescherming.

Je gehoor is niet voor alle frequenties even gevoelig.
Gehoordrempel
De gehoordrempel is het laagst tussen 500 en 7000 Hz. Een geluidssterkte van circa 0 dB is dan al genoeg om de toon te kunnen horen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De politie controleert de geluidssterkte.
Meten
De geluidssterkte moet  op een vaste afstand van de uitlaat worden gemeten. Dat is nodig omdat de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron: op 20 cm van de uitlaat meet je een grotere geluidssterkte dan op 80 cm.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Gehoor test

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten 


  • Maak Paragraaf 8.3 : Boek/online

Slide 17 - Slide

This item has no instructions