2F Instructie Spreken en Gesprekken voor studenten

Het mondeling Nederlands
Het examen is op school en bestaat uit twee delen. 

1. Een presentatie door jou aan de docent, met PowerPoint 
2. Een gesprek tussen jou en de docent
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het mondeling Nederlands
Het examen is op school en bestaat uit twee delen. 

1. Een presentatie door jou aan de docent, met PowerPoint 
2. Een gesprek tussen jou en de docent

Slide 1 - Slide

Wanneer mag je examen doen?
  • Als je dit jaar stage loopt (of minimaal vier weken stage hebt gelopen en daarover genoeg kan vertellen) . 

  • Als je voor het examen de PowerPoint inlevert.

Slide 2 - Slide

        Deel 1 van het mondeling examen = spreken 
Je vertelt een verhaal over jouw stageplek en gebruikt daarbij een PowerPoint.

  • De presentatie duurt vijf tot zeven minuten.
  • Je gebruikt jouw PowerPoint als hulpmiddel. 


Slide 3 - Slide

Wat vertel je allemaal?

  • De naam van het leerbedrijf en het soort bedrijf 
  • Jouw werkzaamheden daar met concrete voorbeelden
  • Aantal uren per week, welke dagen
  • De mogelijkheden die jij krijgt om je stageopdrachten uit te voeren
  • Jouw begeleiding met voorbeelden
  • De werksfeer, collega's + voorbeelden

Slide 4 - Slide

En:

  • Wat vond je leuk / makkelijk aan je stage?
  • Wat vond je minder leuk / moeilijk aan je stage?
  • Zou je je volgende stage in een zelfde branche willen doen? Zo ja waarom? Zo nee, waarom niet?
  • Zou je deze stage plaats aan andere leerlingen aanraden? Zo ja waarom wel of niet?
  • Welk cijfer geef je jouw stageplek? Waarom?

Slide 5 - Slide

Opbouw Powerpoint?
  • Slide 1: Naam student, klas, naam + foto stagebedrijf.
  • Slide 2:  Wat ga ik vertellen? Korte opsomming presentatie
  • Slide 3: Het bedrijf
  • Slide 4: De werkzaamheden en hoeveel uur per week/welke dagen
  • Slide 5: De begeleiding en de stage-opdrachten
  • Slide 6: De werksfeer + voorbeelden!
  • Slide 7: Cijfer voor het bedrijf met uitleg
  • Slide 8: Einde (goede afsluiting, zie volgende slides!)

Slide 6 - Slide

Waar wordt op gelet?

  • De inhoud (heb je alles en vooral ook voorbeelden!)
  • Praat je duidelijk genoeg? Verstaanbaar!
  • Praat je rustig? 
  • Je mag niet voorlezen  
  • de PowerPoint 
  • Taal: woordgebruik, grammatica, etc.
  • Rekening houden met de luisteraar (formeel)



Slide 7 - Slide

TIP: goede start! 
Een goed begin van een presentatie is bijvoorbeeld:

"Goedemorgen/middag. Mijn naam is.... en ik ga u het een en ander vertellen over mijn stageplek.  Eerst zal ik duidelijk maken waar ik stage loop. Vervolgens maak ik duidelijk wat de goede en minder goede punten zijn van dit leerbedrijf."

"Mijn stagebedrijf is....   Het is een .... bedrijf, dat ......"


Slide 8 - Slide

TIP: duidelijk einde! 
Het is belangrijk om een duidelijk einde te maken aan jouw presentatie. Zeg  NIET:
"Nou dit was het dan."
"Nou, dit was dus mijn presentatie".
"Oke, ik ben klaar."

Maar zeg bv:
"U heeft meer gehoord over mijn ervaringen op mijn stageplek. Ik hoop dat u een duidelijk beeld heeft gekregen. Als er vragen zijn dan hoor ik dat graag."

Slide 9 - Slide

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Kijk de docent aan (dus kijk niet alleen naar jouw PowerPoint).

Slide 10 - Slide

Deel 2 van het examen: Het gesprek. 
Dit is het 2e deel van het mondeling examen. Een interview/gesprek.
Waar gaat het over?

Je bent al een tijdje bezig met je stage en je hebt een
voortgangsgesprek met je stagebegeleider. In dit gesprek wordt
besproken hoe het in je stage gaat.

Belangrijk: er wordt een speciaal aspect besproken uit jouw stage. Iets wat gebeurd is tijdens jouw stage. Een leerzaam moment, bv in contact met andere collega's, met jouw manager of met klanten. Denk daar goed over na! 

Slide 11 - Slide

Voorwaarden
Je hebt het examen voorbereid, anders krijg je een 1!!!!!
  • BELANGRIJK! Na de algemene informatie, ga je wat dieper in op een situatie die zich in je stage heeft voorgedaan. Het kan te maken hebben met een klant of een collega. 
  • Een situatie, waar je trots op bent of een waarvan je van je fouten hebt geleerd.

Slide 12 - Slide

Vragen die je kunt krijgen:
  • Hoe gaat het met je? (Je vertelt hoe het in het algemeen gaat met je werkzaamheden en de samenwerking met de collega’s).
  • Hoe het staat met je taken?  (voldoende, te veel, werk in pieken).
  • Is er iets bijzonders gebeurd? (Ja, je gaat dan wat dieper in op een situatie die zich in je stage heeft voorgedaan. Het kan te maken hebben met een klant of een collega. Een situatie, waar je trots op bent of een waarvan je van je fouten hebt geleerd. Van die speciale situatie vertel je wat de situatie was, hoe je te werk bent gegaan, wat het resultaat was:
- Hoe tevreden of ontevreden je daar over was;
- Wat je mening is over de situatie;
- Of je iets anders gaat doen de volgende keer.

Slide 13 - Slide

Beoordeling van het gesprek
Taalgebruik en woordenschat
Goed kunnen luisteren en daarop reageren
Duidelijk zijn in wat je bedoelt
Je zorgt ervoor dat je aan het woord komt. 
Formeel taalgebruik

Slide 14 - Slide