Voorvoegsels

Voorvoegsels
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Voorvoegsels

Slide 1 - Slide

Voorvoegsels

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert over voorvoegsels

Slide 3 - Slide

betaalbaar

Wat is de betekenis?
On
A
goedkoop
B
geld
C
niet mogelijk
D
heel erg duur

Slide 4 - Quiz

gelijk

Wat is de betekenis?
On
A
wel hetzelfde
B
niet hetzelfde
C
niet mogelijk
D
wel mogelijk

Slide 5 - Quiz

Voorvoegsel

Er zijn woorden met een stukje ervóór, 
dat is een voorvoegsel.

Dus:
onaardig betekent niet aardig
Bijvoorbeeld: het stukje on- betekent niet.

Slide 6 - Slide

spelling
ge- be- ver- woorden
wie weet er een woord?

Slide 7 - Slide

spelling
bezoek - je hoort bu
gebak - je hoort gu
verkeer - je hoort vur

Slide 8 - Slide

Pak je wisbordje

Slide 9 - Slide

gerucht

Slide 10 - Slide

bekeuring

Slide 11 - Slide

verdriet

Slide 12 - Slide

geschikt

Slide 13 - Slide

verlies

Slide 14 - Slide

beleefd

Slide 15 - Slide