4.4 Werk voor iedereen?

H4 Werk aan de winkel



§ 4.4 Werk voor iedereen?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4 Werk aan de winkel



§ 4.4 Werk voor iedereen?

Slide 1 - Slide

Programma
Doelen van de lesuur 2

Uitleg 4.4 Werk voor iedereen
Tussendoor controle vragen

Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Doelen van de les
Aan het einde van de les kun je
- uitleggen waarom werkloosheid een probleem is
- vertellen hoe conjuncturele werkloosheid bestreden kan worden
- uitleggen hoe structurele werkloosheid kan verminderen
- benoemen welke andere soorten werkloosheid er zijn

Slide 3 - Slide

Door welke redenen kunnen mensen werkloos raken?

Slide 4 - Open question

Oorzaken van werkloosheid:
1 De vraag naar goederen en diensten neemt af door dalende bestedingen     
   (vooral bij conjunctuurgevoelige bedrijven)   
2 Mechanisatie en automatisering 
3 Productie wordt verplaatst naar het buitenland
4 Bedrijven gaan failliet of stoppen met de productie
5 Reorganisatie
1 is conjecturele werkloosheid -> het gaat minder goed met de economie
2 t/m 5 structurele werkloosheid -> werk komt niet meer terug


Slide 5 - Slide

Conjuncturele werkloosheid
  • gevolg van minder vraag naar goederen en diensten door afnemende bestedingen.

Slide 6 - Slide

Hierbij komt het werk niet meer terug.
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 7 - Quiz

Naast conjuncturele en structurele werkloosheid kennen we ook nog: 
Seizoenswerkloosheid: Werkzaamheden kunnen alleen in een bepaald deel van het jaar worden verricht.   
Regionale werkloosheid: In sommige gebieden is er meer werkloosheid dan in de rest van het land.
Frictiewerkloosheid: Een korte periode werkloos na de studie of tussen twee banen in. 

Slide 8 - Slide

Frictiewerkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Regionale werkloosheid
In Flevoland zijn meer mensen werkloos dan in Limburg.
Je bent afgestudeerd maar begint pas over 1,5 maand met je baan.
Een ijskraam is alleen geopend in de zomer. 

Slide 9 - Drag question

Maatregelen door de overheid om de  werkgelegenheid te stimuleren zijn o.a.
  • Lagere belastingen voor bedrijven → meer investeringen bedrijven
  • Lagere loonbelasting voor werknemers → meer bestedingen consument
  • Lagere btw-tarieven → meer bestedingen consument
  • Bijscholing of omscholing van werklozen → grotere kans op werk
  • Verlaging van het minimumloon → bedrijven nemen sneller mensen aan
  • Innovatie subsidiëren → betere concurrentiepositie bedrijven
  • Versoepeling ontslagrecht  → bedrijven nemen sneller mensen aan

Slide 10 - Slide

Frictie werkloosheid
Bijv. je hebt net je diploma gehaald, maar je nieuwe baan start pas over 2 maanden. Je bent dus 2 maanden werkloos.
Seizoenswerkloosheid
Je bent ijsverkoper, dan heb je in de winter bijna nooit werk en ben je tijdelijk werkloos.
Conjuncturele werkloosheid
Soms zit de economie tegen: bedrijven gaan failliet, werknemers worden ontslagen en daardoor hebben veel mensen minder geld te besteden. Er worden dus minder producten gekocht. Daardoor hoeven er minder producten gemaakt te worden: werknemers worden ontslagen. Dit is tijdelijk.
Structurele werkloosheid
De banen zijn voor altijd verdwenen:
- machines en computers nemen het werk over van mensen.
- productie wordt verplaatst naar lage lonenlanden.
- (bijna) niemand wil de producten meer kopen, dus hoeven ze niet meer gemaakt te worden.
- je hebt een opleiding waar geen werk meer in te vinden is.

Regionale werkloosheid
Niet overal is de werkloosheid even groot. 

Slide 11 - Slide

Opdrachten 4.4 Werk voor iedereen
Opdracht 2, 5, 6, 9, 11 en 12. 

Online leerroute of blz. 118 t/m 121.

Slide 12 - Slide