Zieke quizzz

Zieke quizzz
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zieke quizzz

Slide 1 - Slide

Wat betekent crescendo?
A
steeds harder worden
B
steeds zachter worden

Slide 2 - Quiz

Hoe heet dit instrument?
A
Een banjo
B
Een elektrische gitaar
C
Een basgitaar
D
Een akoestische gitaar

Slide 3 - Quiz

Hoe heet dit instrument?
A
Een banjo
B
Een elektrische gitaar
C
Een basgitaar
D
Een akoestische gitaar

Slide 4 - Quiz

In de intro klinkt steeds hetzelfde motief. Welke instrument speelt dit motief?
I Wish
A
Gitaar
B
Basgitaar
C
Elektrische piano
D
Drumstel

Slide 5 - Quiz

Sleep de noten naar de juiste toets van de piano. 

Slide 6 - Drag question

A capella is...?
A
Alleen zang, zonder begeleiding.
B
Zang met zachte begeleiding.
C
Zachte zang in een kerk.
D
In de kapel.

Slide 7 - Quiz

Een piano is een snaarinstrument.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Welke Tempo aanwijzing staat bij snel spelen
A
Adagio
B
Allegro
C
Moderato
D
Glissando

Slide 9 - Quiz

Welke instrumenten hoorde je tot nu toe?
A
drums en piano
B
piano en koperblazers
C
drums, contrabas en koperblazers
D
drums, piano en koperblazers

Slide 10 - Quiz

Welk instrument is erbij gekomen?
A
Gitaar
B
Piano
C
Klokkenspel
D
Tambourijn

Slide 11 - Quiz

is er in dit fragment
sprake van A Capella
of Close Harmony?
A
A capella
B
Close Harmony
C
beiden

Slide 12 - Quiz

Welke Tempo aanwijzing staat bij zeer langzaam spelen
A
Adagio
B
Allegro
C
Moderato
D
Glissando

Slide 13 - Quiz

Bij een afterbeat valt de noot tussen de tellen
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Dit is een:
Fragment 3
A
Klavecimbel
B
Orgel
C
Piano
D
Keyboard

Slide 15 - Quiz

Opdracht 6 Na het intro volgt een couplet. De sfeer van dit couplet is ineens heel anders dan die van het intro. Welke rol speelt de begeleiding daarin?
A
De begeleiding zorgt voor veel energie en een drukte
B
De begeleiding zorgt voor een rustige sfeer die passend is bij de melodie

Slide 16 - Quiz

Welk dynamische term voor het dynamiekverloop past bij dit fragment?
A
Piano
B
Forte
C
Crescendo
D
Decrescendo

Slide 17 - Quiz

Als er 'piano' staat, moet je ... spelen.
A
matig zacht
B
zacht
C
hard
D
matig hard

Slide 18 - Quiz

In welke volgorde komen de muzikale lagen er in?
A
ritme, bas, akkoorden, melodie
B
bas, ritme, melodie, akkoorden
C
melodie, akkoorden, bas, ritme
D
ritme, akkoorden, basmelodie

Slide 19 - Quiz

Welke ritme moet op de lege plek komen?
ritme
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

Hoe noemen we dit fenomeen
A
Crescendo
B
Decrescendo

Slide 21 - Quiz

Welk instrument hoor je niet?
A
Gitaar
B
Piano
C
Basgitaar
D
Drums

Slide 22 - Quiz


Hoe heet
dit instrument?
A
keyboard
B
synthesizer
C
elektronische piano
D
midi-keyboard

Slide 23 - Quiz

Als je de buis van een trombone langer maakt, dan wordt de toon:

Als je de buis van een trombone langer maakt, dan wordt de toon:
A
korter
B
langer
C
hoger
D
lager

Slide 24 - Quiz

Welk instrument hoor je hier?

0:52
A
Trompet
B
Trombone
C
Ukulele
D
Gitaar

Slide 25 - Quiz