Feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H4 Lezen - Feiten, 

meningen en argumenten

Wat gaan we doen?

• Bespreken H4 Lezen opdr. 1 (blz. 127)
• Uitleg over hoofdstuk 4 Lezen: wat zijn feiten, meningen en argumenten?
• Klassikale opdracht
• Zelfstandig werken

Opdracht bespreken

• 1. 'Tijd voor een onderzoek: is het gebruik van sociale media tijdens andere taken acceptabel?'
• 2. Hij vindt chatten in de les terwijl hij huiswerk maakt geen probleem. (niet doen tijdens uitleg of opgeven van huiswerk)
• 3. Het veroorzaakt geen lawaai, dus niemand                           heeft er volgens hem last van.

Opdracht bespreken

• 4. Mening: Ronny vindt, volgens hem                                       Uitleg: omdat, immers
• 5. 'is van mening'
• 6. twee standpunten (leidt af tijdens het leren. Leidt ook af tijdens het werk, baas accepteert dat niet)

Feiten

• Een feit een uitspraak over iets dat waar of onwaar is. 
  
• Je kunt een feit controleren op waarheid

• Voorbeeld: Deze laptop kost 499 euro bij de MediaMarkt.
• Voorbeeld: Buienradar is de meest gebruikte app om het weer te bekijken.
• Voorbeeld: Met de fiets ben je sneller dan met de auto.

Meningen

• Een mening of standpunt is een uitspraak over iets dat iemand vindt van iets.
  
• Je kunt het met een mening eens of oneens zijn.
• Je herkent een mening vaak aan signaalwoorden als ik vind..., volgens mij..., ik denk dat...

• Voorbeeld: Ik vind waterpolo de leukste sport die er is.

Argumenten

• Om uit te leggen waarom je een bepaalde mening hebt, gebruik je een argument (of meerdere argumenten)
• Je kunt een argument herkennen aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers.
• Voorbeeld: Ik denk dat Lil' Kleine de beste Nederlandse rapper is, want zijn video's hebben de meeste views op Youtube.

Klassikale opdracht

Zoek een feit in tekst 1 en schrijf deze op. 

Je hebt hier 1 minuut voor en je doet dit in stilte. 

Klassikale opdracht

Schrijf een mening met bijbehorend argument op. 

Maak bij beiden gebruik van een signaalwoord. 

Je hebt hier 2 minuten de tijd voor en je doet dit in stilte. 

Zelfstandig werken

• H4 Lezen opdr. 1 t/m 3 (blz. 127 t/m 130)

Klaar? Alle opdrachten nakijken en verbeteren

Daarna Test H4 Lezen maken