Wat kost meer? Je telefoon opladen of thee zetten me een waterkoker en waarom?
Slide 19 - Mind map
Energie
Energie (E) druk je uit in Joule (J).
Vermogen (P) is de energie (J) die per seconde (s) wordt geleverd of gebruikt.
Slide 20 - Slide
Energie
Vermogen P is de energie (J) die per seconde (s) wordt geleverd of gebruikt.
Formule:
P=tE
P = het vermogen in watt (W)
E = de energie in (J)
t = de tijd in seconden (s)
P⋅tE
Slide 21 - Slide
Energie
Energie (E)druk je uit in Joule (J).
Formule:
E=P⋅t
P = het vermogen in watt (W)
E = de energie in (J)
t = de tijd in seconden (s)
P⋅tE
Slide 22 - Slide
Energie
Energie (E)druk je uit in kilowattuur (kWh).
Formule:
E=P⋅t
P = het vermogen in kilowatt (kW)
E = de energie in (kWh)
t = de tijd in uren (h)
P⋅tE
Slide 23 - Slide
Energie omrekenen
1 kWh = 3.600.000 J
1 kW = 1000 W
1h = 3600 s
1000 x 3600 = 3.600.000
Slide 24 - Slide
Even oefenen!
Een wasmachine met een vermogen van 2,2 kW doet 1,8 uur over de was.
a. Berekenen hoeveel kilowattuur de wasmachine in die tijd gebruikt
b. Berekenen op twee manieren hoeveel joule de wasmachine in die tijd gebruikt.
Slide 25 - Slide
Opdracht a
Gegeven: P = 2,2 kW, t = 1,8 uur
Gevraagd: E = ? kWh
Formule:
Berekening:
Antwoord: E = 3,96 kWh
E=P⋅t
E=2,2⋅1,8=3,96kWh
Slide 26 - Slide
Opdracht b manier 1
Gegeven: 1kWh = 3.600.000 J
Gevraagd: E = ? J
Berekening: E = 3,96 x 3.600.000 = 14.256.000 J
Antwoord: E = 14.256.000 J
Slide 27 - Slide
Opdracht b manier 2
Gegeven: 1,8 h = 1,8 x 3.600 = 6480 sec, P = 2,2 kW = 2200 W
Gevraagd: E = ? J
Formule:
Berekening:
Antwoord: E = 14.256.000 J
E=P⋅t
E=P⋅t=2200⋅6480=14.256.000J
Slide 28 - Slide
Aan de slag!
Lezen §3.4 uit je boek
Maak de opgaven;
- zie huiswerkplanner Classroom
kies eventueel uit:
- route blauw
- route paars
Zs
Slide 29 - Slide
Wat weet je al???
Slide 30 - Slide
Wasmachine
Waterkoker
led-TV
led lamp
Snellader telefoon
20-60 W
1700-2400 W
2500-3000 W
2-12 W
16 W
Slide 31 - Drag question
stel: ik speel per dag 3 uur games op mijn PS4. Daarvoor staan mijn TV (500 W), PS4 (350 W) en soundbar (150W) gedurende die tijd aan. Wat is het vermogen van deze opstelling?
A
500 W
B
1 kW
C
230 V
D
1 W
Slide 32 - Quiz
Deze waterkoker heeft een vermogen van 1800 W. Hoe groot is de stroomsterkte door de stekker?
A
230 A
B
1 800 A
C
7,8 A
D
414 000 A
Slide 33 - Quiz
Een adapter met een weerstand van 10.000 ohm is aangesloten op het stopcontact. Bereken de stroomsterkte.
A
0.23A
B
0.023A
C
43.5A
D
23,0A
Slide 34 - Quiz
Een adapter met een weerstand van 10.000 ohm is aangesloten op het stopcontact. Bereken het vermogen.
A
5.3W
B
10.000W
C
0.023W
D
53W
Slide 35 - Quiz
Een adapter met een weerstand van 10.000 ohm is aangesloten op het stopcontact. Bereken hoeveel energie in joule de adapter in een minuut verbruikt.
A
0.088J
B
5.3J
C
11.3J
D
318J
Slide 36 - Quiz
Je kunt...
uitleggen wat het vermogen van een apparaat met energiegebruik te maken heeft;