Basisstof 4: Voedsel maken

Thema 1: Planten en dieren
Basisstof 4: Voedsel maken
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 1: Planten en dieren
Basisstof 4: Voedsel maken

Slide 1 - Slide

Herhalen Herhalen Herhalen!!

Slide 2 - Slide

Als een organisme groeit, dan verandert de .............. van het organisme
A
Bouw
B
Grootte
C
Kleur
D
Vorm

Slide 3 - Quiz

Ontwikkeling is het optreden van veranderingen in de bouw van een organisme.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van ontwikkeling?
A
Als een boom een dikkere stam krijgt
B
Als een boom zijn bladeren laat vallen
C
Als een plant een langere steel krijgt
D
Als een plant grotere bladeren krijgt

Slide 5 - Quiz

Bij de kieming beschermen de zaadlobben het groeiende kiemplantje.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Bij de kieming neemt een zaad water op via de navel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

De zaadlobben bevatten reservevoedsel voor het kiemplantje
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Fotosynthese
Planten kunnen zelf voedsel maken.
Dat doen ze door fotosynthese

In alle groene delen van de plant, maar voornamelijk in de bladeren.



Slide 10 - Slide

Fotosynthese
Door fotosynthese ontstaat ook zuurstof

Zuurstof = een gas. Bladeren geven dit af aan de lucht.

Wij hebben zuurstof nodig om te leven. Wij ademen dit in. 


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Fotosynthese =
A
Het maken van eten door mensen
B
Het maken van zuurstof door dieren
C
Het maken van voedsel en zuurstof door planten
D
Het inademen van zuurstof door mensen en dieren

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Eetbare delen

Groenten en fruit zijn eetbare delen van planten. 

Soms eten we de bladeren, soms de stengels, soms de bloemen en soms de wortels. 

Slide 15 - Slide

Aan de slag! Thema 1.4
Wat?   Huiswerk maken. Basisstof 1.4 Vragen 1-2-3-5-6-7 
Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? Volgende les huiswerk controle.
Klaar? Opnieuw Lezen 1.4 en maak online de test-je-zelf.
               



Slide 16 - Slide