What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H5 sterk-zwak en pH berekenen
7.2 Zure oplossingen en pH
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
100 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
7.2 Zure oplossingen en pH
Slide 1 - Slide
Deze les
Vragen huiswerk?
Opfrissen stof
: pH berekenen
7.3 : basen sterk en zwak
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de pH berekenen uit de [H
+
] en omgekeerd van sterke en zwakke zuren.
Je kent de
significantieregels
bij berekeningen met pH
Slide 3 - Slide
(ff herhalen)
Wat is de correcte notatie van zoutzuur?
A
H
C
l
(
a
q
)
B
H
+
(
a
q
)
+
C
l
−
(
a
q
)
Slide 4 - Quiz
Wat is de correcte notatie?
A
H
2
S
O
4
(
a
q
)
B
2
H
+
(
a
q
)
+
S
O
4
2
−
(
a
q
)
Slide 5 - Quiz
Wat is de correcte notatie?
A
H
F
(
a
q
)
B
H
+
(
a
q
)
+
F
−
(
a
q
)
Slide 6 - Quiz
pH berekenen
pH berekenen:
BINAS 38A
p
H
=
−
lo
g
[
H
+
]
[
H
+
]
=
1
0
−
p
H
Er is ook een pOH !
pH + pOH = 14.00
Slide 7 - Slide
Significantie bij pH
pH gaat om het aantal
decimalen
[H
+
] gaat om het totaal aantal
significante cijfers
aantal decimalen pH = aantal significante cijfers [conc]
vb: Bereken de conc H
+
bij een opl. met pH=2,30
pH in 2 decimalen, dus 2 significante cijfers bij conc.
1
0
−
p
H
=
1
0
−
2
,
3
0
=
5
,
0
⋅
1
0
−
3
M
Slide 8 - Slide
Hoeveel significantie cijfers?
[H+] = 5,922x10-4 M
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 9 - Quiz
Hoeveel significantie cijfers?
3,45 gram oplossen in 1,000 L water.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 10 - Quiz
Hoeveel significantie cijfers?
de pH = 3,22
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 11 - Quiz
pH = 3,
22
is twee significante cijfers.
bij pH waarde
zijn enkel de getallen achter de komma significant.
Slide 12 - Slide
Hoeveel significantie cijfers?
de pH = 1,4
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 13 - Quiz
Hoeveel significantie cijfers?
de pH = 11,234
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quiz
Voorbeeld sterk zuur
Je hebt een 0,10 M HCl-oplossing. Wat is de pH?
Check of het een sterk of zwak zuur is
Sterk? Is het eenwaardig of tweewaardig? Bepaal molverhouding
Vul [H
+
] in formule
Check significantie
Molverhouding HCl : H+ = 1 : 1
dus [H+] = 0,10 M
pH = -log (0,10) =1,
00
(significantie =
2
)
Slide 15 - Slide
Bereken de pH van 0,12 M zoutzuur.
Een eenwaardig sterk zuur.
pH = -log [H+]
Slide 16 - Open question
Bereken de pH van 4,0*10-3 M zwavelzuuroplossing? Een tweewaardig sterk zuur.
Slide 17 - Open question
Voorbeeld zwak zuur
Wat is de pH van een 0,10 M azijnzuuroplossing waarin 4,1% van de azijnzuurmoleculen is gesplitst in ionen?
Check of het een sterk of zwak zuur is
Zwak? Bereken M van H
+
met het %
Vul [H+] in formule
Check significantie
Zwak dus:
[H+]= 0,10 / 100 x 4.1 = 4,1x10-3 M
pH = -log (4,1x10-3) =
2,39 (s=2)
Slide 18 - Slide
Wat is de pH van een 0,15 M waterstofnitriet waarin 31% is gesplitst in ionen?
Slide 19 - Open question
Voorbeeld sterk zuur omgekeerd
Je hebt een zoutzuur: pH = 2,26. Wat is de [H+] ?
Check of het een sterk of zwak zuur is
Sterk? Is het eenwaardig of tweewaardig?
Vul pH
in formule [H+] = 10
Check significantie
Molverhouding HCl : H+ = 1 : 1
[H+]= 10^-2,26 =
5,5x10-3 M
(significantie =
2
)
-pH
Slide 20 - Slide
Leerdoelen
Je leert wat de werking van basen is
Je leert dat er zwakke en sterke basen zijn en wat het verschil is tussen deze 2
Slide 21 - Slide
Basen
Basen lijken op zouten: in oplossing splitsen in ionen
Basen kunnen een H
+
deeltje opnemen
Kenmerkende deeltje is OH
-
Voorbeeld: natriumhydroxide (in oplossing heet het natronloog)
NaOH (s) --> Na
+
(aq) + OH
-
(aq)
Slide 22 - Slide
Sterke basen
Sommige basen noemen we sterk
splitsen volledig op in ionen (alle moleculen) en reageren direct met water (aflopende reactie)
VB: natriumhydroxide
Oplossing van ionen van sterke base bestaat niet: het reageert direct met water.
Na
2
O + H
2
O --> 2 Na
+
+ 2 OH
-
BINAS 49
Uitzondering: zouten met OH
-
erin!!
Slide 23 - Slide
Zwakke basen
Sommige basen noemen we zwak
splitsen gedeeltelijk in ionen --> evenwichtsreactie
vb: ammoniak, natriumcarbonaat
Notatie afhankelijk van de fase van de stof (vast of opl.)
Na
2
CO
3
(s) + H
2
O <-> 2 Na
+
+ HCO
3
-
+ OH
-
CO
3
2-
(aq) + H
2
O <-> HCO
3
-
+ OH
-
Slide 24 - Slide
Bijzondere deeltjes
Sommige deeltjes zijn zuur en base
vb: HCrO
4
-
, HCO
3
-
De andere deeltjes bepalen dan of het zich gedraagt als zuur of als base.
Sommige stoffen vallen uit elkaar als ze ontstaan
H
2
CO
3
en H
2
SO
3
(zie binas!)
Slide 25 - Slide
Ik kan rekenen met pH waarden?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 26 - Poll
More lessons like this
7.2 Zure oplossingen en pH + 7.3 basen sterk en zwak
April 2020
- Lesson with
19 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
7.2 Zure oplossingen en pH
April 2020
- Lesson with
13 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Havo4 zuur-base
September 2024
- Lesson with
13 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
NOVA 7.2 Zuren en zure oplossingen
August 2022
- Lesson with
39 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
5V_herhalen H7 Zuurbase reactievergelijkingen en pH
December 2023
- Lesson with
28 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
7.2 Zure oplossingen en pH (sterk)
September 2019
- Lesson with
11 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
7.3 Basische oplossingen en pH
April 2020
- Lesson with
11 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Zuren basen oefentoets
October 2023
- Lesson with
47 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 5