Paragraaf 1.1 Kantelt het economisch wereldbeeld

Paragraaf 1.1
Kantelt het economisch wereldbeeld?
1 / 49
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1.1
Kantelt het economisch wereldbeeld?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen paragraaf 1.1
  • Je weet waarom het economisc wereldbeeld kantelt
  • Je begrijpt het verband tussen globalisering en de verschuiving van de handelspatronen
  • je kunt aan de hand van een kaart uitleggen hoe het toekomstige economisch wereldbeeld er misschien uit komt te zien

Slide 2 - Slide

Kennis opfrissen!
In het eerste jaar is het onderwerp Arm en Rijk behandeld. In de volgende dia's gaan we je geheugen even opfrissen. Begrippen die je zou moeten weten en kunnen toepassen.

Als je ze niet meer weet is niet erg. Kijk ze dan thuis nog eens goed na. 

Slide 3 - Slide

Wat zijn ontwikkelingslanden?
A
Rijke landen
B
Arme landen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent scharreleconomie?
A
mensen doen werk waar geen belasting over betaalt wordt
B
mensen bedelen voor geld
C
mensen doen werk dat niet geregistreerd staat
D
mensen lopen als scharrelkippen

Slide 5 - Quiz

Veel mensen verdienen hun geld in de scharreleconomie. Welke landen worden hier bedoeld?
A
westerse landen
B
rijke landen met welvaartsziekten
C
arme landen
D
landen waar het welzijn hoog is

Slide 6 - Quiz

Hoe wordt de totale productie van goederen en diensten uit gedrukt per jaar in geld?
A
Bruto nationaal product
B
Bruto binnenlands product
C
Netto nationaal product
D
Netto buitenlands product

Slide 7 - Quiz

Het BNP gaat over..
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 8 - Quiz

Wat verstaan we onder 'welzijn'?

Slide 9 - Open question

Naar welke 3 onderdelen kijk je als je welzijn wilt meten?

Slide 10 - Open question

In welke drie sectoren worden economische activiteiten verdeeld?

Slide 11 - Open question

De mensen die werken voor een inkomen
A
ambtenaren
B
sukkels
C
beroepsbevolking
D
bevolking

Slide 12 - Quiz

Landen kun je indelen in drie verschillende groepen op basis van welvaart en welzijn. Welke drie groepen zijn dat?

Slide 13 - Open question

Hoe ging het?
- wist je nog veel?
- moest het van ver komen?
- of wist je eigenlijk niet zo veel?

-> wees eerlijk naar jezelf toe. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat zijn de BRICS-landen?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

koopkracht
  • hoeveel je voor 1 dollar kan kopen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Leerdoelen paragraaf 1.1
  • Je weet waarom het economisc wereldbeeld kantelt
  • Je begrijpt het verband tussen globalisering en de verschuiving van de handelspatronen
  • je kunt aan de hand van een kaart uitleggen hoe het toekomstige economisch wereldbeeld er misschien uit komt te zien

Slide 32 - Slide

Aan de slag
Lees voor jezelf paragraaf 1.1 door en maak een samenvatting

Maak de volgende opdrachten  1  2 4 en 6 die bij deze paragraaf horen 

Ga voor jezelf na of je de leerdoelen kan beantwoorden


Slide 33 - Slide

Vraag 1A
Noteer achter elke omschrijving het juiste begrip.

Bron 7 
Opkomende economieën
Van grondstof tot eindproduct
Verplaatsing van het economisch zwaartepunt

Slide 34 - Slide

Vraag 1A
Noteer achter elke omschrijving het juiste begrip.

Bron 7 - Multipolaire wereldeconomie
Opkomende economieën - BRICS-landen
Van grondstof tot eindproduct - Productieketen
Verplaatsing van het economisch zwaartepunt - Global Shift

Slide 35 - Slide

Vraag 1B
Zoals je in bron 6 ziet verschuiven de handelspatronen. Wat zijn vier oorzaken voor deze verschuiving? Noteer de letters.
A bron 5
B daling industriële werkgelegenheid in westerse landen
C invloed WTO
D global shift
E opdeling van de productieketen van goederen
F het beter en goedkoper worden van transport- en communicatietechnologie

  •  A C E F

Slide 36 - Slide

Vraag 1C
Tussen 1980 en 2016 verloopt de toename van de productie van goederen veel trager dan de groei van de wereldhandel. Welke aanwijzing geeft bron 6 hiervoor?

  •  Je ziet dat het handelsvolume tussen 1980 en 2016 sterk is toegenomen

Slide 37 - Slide

Vraag 1D
Kies de juiste woorden. 
De toename / afname van de wereldhandel komt vooral door opkomst BRICS / global shift / opdeling van de productieketen waardoor de productie van eindproducten / onderdelen sterk gespreid / geconcentreerd plaatsvindt en er dus wereldwijd meer productie / handel ontstaat.

Slide 38 - Slide

Vraag 1D 
De toename van de wereldhandel komt vooral door opdeling van de productieketen waardoor de productie van onderdelen sterk gespreid plaatsvindt en er dus wereldwijd meer productie / handel ontstaat.

Slide 39 - Slide

Vraag 2A
Bekijk bron 5.
Wie zijn die mensen links op de tekening?

  • Personeel in het westerse land dat probeert te voorkomen dat hun banen ‘verdwijnen’ naar India.

Slide 40 - Slide

Vraag 2B
Waarom gaat dit kantoor verhuizen?

  • De lonen in India zijn veel lager.

Slide 41 - Slide

Vraag 2C
Wat is een belangrijke reden waarom het verplaatsen van kantoren tegenwoordig veel makkelijker is dan 40 jaar geleden?

  • Door de komst van de moderne communicatietechnologie.

Slide 42 - Slide

Vraag 2D
Bron 5 staat bij een artikel in de krant. Welk begrip uit deze paragraaf past er het beste bij?

  • Global shift.

Slide 43 - Slide

Vraag 4a
Bekijk figuur 4. Bij deze figuur stond in de krant de kop: ‘Zijn BRICS al weer over hun top?’.
 
Wat is jouw antwoord op deze vraag? Leg je antwoord uit.

  • Nee, het geldt niet voor alle BRICS-landen, want China en India kennen nog steeds een sterke groei van het bbp.

Slide 44 - Slide

Vraag 4b
Leg het principe just-in-time uit en noem het grote voordeel van deze werkwijze.

  • Goederen worden pas geleverd op het moment dat ze nodig zijn. Dat voortkomt dure opslag.

Slide 45 - Slide

Vraag 6a
De hoogste baas van de autofabriek Volkswagen zegt in 2019 dat hij al zijn kaarten op China zet. Bekijk figuur 5 en lees het bijschrift. Welk argument hiervan kan hij uit figuur 5 halen?

  • De groeiende welvaart van vooral de middenklasse. Daardoor stijgt de vraag naar duurdere auto’s.

Slide 46 - Slide

Vraag 6b
Welke drie ontwikkelingen hebben de verschuiving van de handelspatronen versterkt en mogelijk gemaakt?

  • 1 Opdeling van de productieketen van goederen.
  • 2 Verbetering van de transport- en communicatietechnologie.
  • 3 Verdwijnen van handelsgrenzen.

Slide 47 - Slide

Vraag 6C
Figuur 5 geeft ook twee aanwijzingen dat we op weg
zijn naar een meer multipolaire wereldeconomie. Een aanwijzing kun je afleiden uit het kaartje, de andere uit het bijschrift. Welke twee aanwijzingen worden hier bedoeld? Leg ook uit wat het verband is met bron 7.

  • De omvang van het bbp van deze steden toont hoe groot de Chinese economie al is. Bovendien wordt China door de snelgroeiende middenklasse een steeds belangrijker land. Het land wordt een nieuw economisch kerngebied in de wereld zoals bron 7 ook aangeeft.

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide