5.1 Zouten, namen en formules

Vandaag
Par. 4.4 herhalen
B vragen klassikaal bespreken
Intro H5: Zouten
Uitleg par. 5.1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag
Par. 4.4 herhalen
B vragen klassikaal bespreken
Intro H5: Zouten
Uitleg par. 5.1

Slide 1 - Slide

In 250gram RedBull is 0,1gram cafeïne opgelost. Wat is het percentage cafeïne in deze energiedrank?
A
0,01%
B
4%
C
25%
D
0,04%

Slide 2 - Quiz

De berekening voor ppm is:
A
massa geheel/massa deel x 10^6
B
massa geheel/massa deel x 10^9
C
massa deel/massa geheel x 10^6
D
massa deel/massa geheel x 10^9

Slide 3 - Quiz

concentratie CO2 was 0,037%. Hoeveel ppm is dit?
A
3,7
B
37
C
370
D
3700

Slide 4 - Quiz

In 1,0 kilogram spinazie zit 0,068 gram caroteen.
Wat is het massa-ppm caroteen in spinazie?
A
0,68 ppm
B
680 ppm
C
68 ppm
D
6,8 ppm

Slide 5 - Quiz

Een gasmengsel heeft een volume van 715 m³.
Er zit Argon (gas) in.
Het volume-ppb van argon is 5,24 ppb.
Hoeveel ml argon zit er in het mengsel?
A
3570 ml
B
3.75 ml
C
73.0 ml
D
73.0*10³ ml

Slide 6 - Quiz

B vragen uit het boek
Vragen 44 en 46 reeds besproken.
Nu vragen: 42, 43, 45.

Slide 7 - Slide

5.1 - Namen en formules


Hoe worden zouten gevormd?
Ionsoorten leren kennen
Namen en formules van zouten opstellen

Slide 8 - Slide

geleid 
electriciteit
geleid
geen elektriciteit
moleculaire stof (aq) 
metalen(s)
metalen(l)
zouten(s)
zouten (aq)
zouten(l)
moleculaire stof (s)

Slide 9 - Drag question

ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
Zout
Moleculaire stof
NaI
CuO
NH3
Methaan (CH4
KF
NaCl

Slide 10 - Drag question

ion of geen ion ?
A
ion
B
geen ion

Slide 11 - Quiz

Een ion is ......
A
Een deeltje zonder lading
B
Een deeltje met evenveel protonen als neutronen
C
Een deeltje met een lading
D
Een deeltje met evenveel protonen als elektronen

Slide 12 - Quiz

Vorming van een zout
  • Atoommodel van Bohr: protonen en
    neutronen in kern, elektronen in schillen eromheen.
  • Valentie-elektronen zijn elektronen
    in de buitenste schil.
  • Edelgasconfiguratie: 8 elektronen
    in buitenste schil. 

Slide 13 - Slide

Vorming van een zout
  • Na heeft 1 valentie-elektron
  • Wordt zelf Na+-ion

  • Cl heeft 7 valentie-elektronen.
  • Wilt er nog 1 voor edelgasconfiguratie
  • Wordt zelf Cl- -ion

Slide 14 - Slide

Vorming van een zout
  • Metaal en een niet-metaal
  • Ionen die ontstaan trekken elkaar aan: ionbinding
  • Ionen zitten in een ionrooster

Slide 15 - Slide

Enkelvoudige ionen
  • Enkelvoudige ionen bestaan uit
    1 atoomsoort

  • Er bestaan atoomsoorten met verschillende ion-ladingen. Dit wordt aangeven met Romeinse cijfer: goud(I)-ion of goud(III)-ion.

Slide 16 - Slide

Enkelvoudige ionen
  • In de naamgeving eindigen negatieve ionen op -ide.

Slide 17 - Slide

Samengestelde ionen
  • Samengestelde ionen bestaan uit twee of meer verschillende atoomsoorten bestaan.
  • Binas tabel 66B.

Slide 18 - Slide

Enkelvoudige ion
Samengesteld ion
Na+
Cl-
OH-
S2O32-
Br-
Mg2+
NH4+

Slide 19 - Drag question

Naamgeving van een zout
  • Systematische naam:
      Naam van het positieve ion + naam van het negatieve ion.
      Let daarbij op eventuele Romeinse cijfers
  • bijv: ijzer(III)chloride of aluminiumoxide

  • Triviale naam: Binas tabel 66A
      Samengestelde ionen 66B
  • bijv: fluoriet ( = calciumfluoride)

Slide 20 - Slide

Wat is de rationale naam van waterglas?

Slide 21 - Open question

Wat is de formule van
het hypochloriet-ion?

Slide 22 - Open question

Verhoudingsformule van een zout
  • Zout is zelf altijd neutraal: NaCl, KCl, FeCl3, MgF2,....
     Komt door de verhouding positieve en negatieve ionen.

  • Verhoudingsformule van ijzer(III)chloride:
  • Fe3+ en Cl-:      1 Fe3+  en     3 Cl-    maakt de verhouding neutraal.
  • Verhoudingsformule; FeCl3
  • Ladingen van ionen te vinden in Binas tabel 40A
  • Let op haakjes bij samengestelde ionen: Al(NO3)3

Slide 23 - Slide

Geef de verhoudingsformule voor
aluminiumoxide

Slide 24 - Open question

Geef de verhoudingsformule voor kaliumsulfide

Slide 25 - Open question

Geef de verhoudingsformule voor kaliumcarbonaat

Slide 26 - Open question