Ziekte van het zenuwstelsel- epilepsie

Ziekte van het zenuwstelsel- epilepsie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ziekte van het zenuwstelsel- epilepsie

Slide 1 - Slide

Kennisvraag:
Welke fasen kent een grote epileptische aanval?
A
Tonische-, Clonische- en verslappingsfase
B
Tonische -, Myoclonische - en Verslappingsfase
C
clonische , myoclonische en Atone fase
D
Absence-, Tonische-, Clonische Fase

Slide 2 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens een epileptische aanval?
A
De hersencellen geven plotseling veel elektrische signalen af, wat leidt tot ongecontroleerde spierbewegingen.
B
De hersencellen stoppen volledig met het afgeven van elektrische signalen, wat leidt tot volledige verlamming.
C
De hersencellen geven elektrische signalen af die alleen invloed hebben op de zintuigen, zonder motorische effecten.
D
De hersencellen geven normale elektrische signalen af, maar de spieren reageren niet.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Status epilepticus
Een status epilepticus is een aanval die langer dan 5 minuten aanhoudt of er is sprake van meer dan één aanval  zonder dat de client tussen de aanvallen door terugkeert naar een normaal niveau van bewustzijn. 

Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig. 
Bij een langdurige aanval en zeker bij een status epilepticus neemt de kans op een hersenletsel met blijvende handicap en overlijden aanzienlijk toe.

Behandeling: intraveneus toedienen van  Fenytoïne, valproïnezuur en levetiracetam  als de benzodiazepine is uitgewerkt. 

Slide 7 - Slide

Welke zorg geef je bij een aanval
Het is belangrijk dat je:
rustig blijft  en voorkomt dat de cliënt zich verwondt.
voorkomt dat de cliënt stikt, door ademwegen vrij te houden
goed observeren wat de verschijnselen zijn tijdens het insult
observeren hoe lang het insult duurt

Afhankelijk naar  het type aanval handel, lees je dus goed in
Het voorkomen van een tongbeet is alleen mogelijk als de zorgvrager van tevoren een aanval ziet of voelt aankomen.

Slide 8 - Slide

De zorg na een epileptische aanval

De client in stabiele zijligging te leggen​
De client even bij te laten komen​
De client te vertellen wat er is gebeurd​
De client gerust te stellen​
De client te verzorgen of zichzelf te laten verzorgen




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

anti -aanvalsmedicatie->medictaie tegen aanvallen 
De neuroloog begint de behandeling meestal met medicijnen tegen epileptische aanvallen (anti-aanvalsmedicijnen).
 Deze worden ook nog wel anti-epileptica genoemd. 
70% van de mensen heeft geen epileptische aanvallen meer door deze medicijnen. 
Soms duurt de behandeling een paar jaar, soms een heel leven
Heeft de client  maar één epileptische aanval gehad:
Dan schrijft de neuroloog vaak nog geen medicatie voor. 
De neuroloog wacht dan af of er een tweede aanval komt.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Je spreek van een status epilepticus als een epileptische aanval langer duurt dan 10 minuten of als er drie aanvallen zijn binnen een uur.

A
Juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz