Basiszorg week 6

1 / 38
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat urine?

timer
1:00

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de observatiepunten van urine?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Als de urine donkerbruin schuimend is wijst dit meestal op de aanwezigheid van ..................... in de urine
A
Albumine
B
Hemoglobine
C
Lidocaïne
D
Bilirubine

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

Urineretentie = Urineretentie wordt omschreven als het onvermogen om de blaas volledig of gedeeltelijk te legen.  Retentie betekent vasthouden. Als de patiënt last heeft van urineretentie, kan de patiënt misschien niet beginnen met plassen. Of als de patiënt wel kan beginnen met plassen, is deze misschien niet in staat om de blaas helemaal te legen. Urineretentie komt zowel bij de man als de vrouw voor.

Urine residu = Dit wil zeggen dat je niet volledig uit plast en dat er urine in de blaas achter blijft.

Retentieblaas = Een retentieblaas is een overvolle urineblaas waarin urine zich ophoopt omdat deze niet of onvoldoende uitgeplast kan worden.
Andere namen zijn overloopblaas, urineretentie en blaasretentie.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Poly-urie
Oligurie
Anurie
Urineretentie
Nycturie
Minder dan 50 ml per dag
Er blijft urine achter in de blaas
Meer dan 2 liter per dag
's nachts veel plassen
Minder dan 400/500 ml per dag

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Zoek nu samen op wat de verschillende vormen van incontinentie betekenen.
timer
3:00

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe vaak urineren we gemiddeld per dag?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wanneer je met hoge frequentie steeds weinig urineert noemen we dit:
A
Anurie
B
Dysurie
C
Oligurie
D
Poly-urie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat feces
timer
1:00

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de observatiepunten van feces?
timer
1:00

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Waardoor kan de ontlasting er zwart uitzien? Er zijn 2 antwoorden goed.
A
Oud bloed
B
Het eten van bietjes
C
Afsluiting van de galwegen
D
Ijzerpreparaten

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions