1.2 - Organen, weefsels en cellen

VWO 4 



  

Thema 1 Inleiding in de biologie

1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

VWO 4 



  

Thema 1 Inleiding in de biologie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Link

B2 Organen, weefsels en cellen
Leerdoelen: 
1. Organenstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en de kenmerken en functies ervan beschrijven.

2. De gezamenlijke functie van groepen cellen, weefsels, organen en orgaanstelsels beschrijven.

3. Het verband aangeven tussen vorm en functie bij (delen van) organismen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Link

Orgaanstelsels

  • Een orgaanstelsel bestaat uit een aantal organen dat samen een bepaalde functie uitoefent.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Wat was je procentuele score?

Slide 9 - Open question

Typen organen
Er zijn drie hoofdgroepen:

  1. Borstholteorganen
  2. Buikholteorganen
  3. Overige organen

Slide 10 - Slide

Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte
Alleen de slokdarm gaat 
door het middenrif!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Wat was je procentuele score?

Slide 13 - Open question

Weefsels
  • Organen zijn opgebouwd uit weefsels.
    --> Een groep cellen met dezelfde vorm en functie, 
  • De vorm van de cellen hangt nauw samen met de functie.
  • In ons lichaam komen verschillende soorten weefsels voor:

                                                     






Slide 14 - Slide

Tussencelstof

  • Bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar aan, er bevindt zich tussencelstof
  • De soort tussencelstof hangt samen met de functie van het weefsel!




Slide 15 - Slide

Voorbeelden vorm <-> functie

Slide 16 - Slide

Het dijbeen 
Langwerpige holle botten zodat
  • deze zo licht mogelijk zijn

In de kop van beenderen zitten beenbalkjes in de richting waar de grootste krachten opgevangen moeten worden zodat
  • deze tegelijkertijd  zo sterk mogelijk zijn

Slide 17 - Slide

De voet
De beenderen van de voet hebben een gewelfde vorm zodat
  • schokken opgevangen kunnen worden
  • gewicht gedragen kan worden

Slide 18 - Slide

Waterdieren
De lichaamsvorm is gestroomlijnd zodat
  • er weinig weerstand wordt ondervonden van het water

Slide 19 - Slide

Lesafsluiter

Slide 20 - Slide

Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat is een weefsel?
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
De cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 22 - Quiz

Wat is een orgaanstelsel?
A
Een groep cellen die samen één functie uitoefenen
B
Een groep organen dat samen één functie uitoefent
C
Meerdere weefsels die samen één functie uitoefenen

Slide 23 - Quiz

Van groot naar klein organisatieniveau
A
orgaanstelsel-weefsel-orgaan- molecuul -cel
B
orgaanstelsel-orgaan-weefsel-cel-molecuul
C
orgaan-orgaanstelsel-weefsel-cel- molecuul
D
molecuul -cel-weefsel-orgaan-orgaanstelsel

Slide 24 - Quiz

Bij beenweefsel bevat de tussencelstof meer kalkzouten dan bij kraakbeenweefsel
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat is biomimicry?
A
wetenschap die aan mimiek doet
B
wetenschap die de natuur imiteert
C
wetenschap die producten uit de natuur haalt
D
wetenschap die voorbeelden uit de natuur bestudeert en gebruikt voor producten of om problemen op te lossen

Slide 26 - Quiz

Maak in tweetallen nu opdracht 22 t/m 32 + 37

Slide 27 - Slide

Volgende les
Plantaardige cellen onder de microscoop:
  • Rode ui (practicumopdracht 1)
  • Waterpest (practicumopdracht 3)
 
Bestudeer alvast de onderdelen van de microscoop
en bereid de practica voor!

Slide 28 - Slide