This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
5.1 Waar is werk?
Klas: Klas 2
Arbeidsmarkt
Lesdoelen
Na deze les kun je in eigen woorden uitleggen:
- wat de arbeidsmarkt is.
- wie bij de beroepsbevolking horen.
- wat werkgelegenheid is.
- wanneer er werkloosheid is.
Slide 1 - Slide
Arbeidsmarkt?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?
A
Bedrijven en instellingen die vragen naar personeel.
B
Werknemers die vragen naar werk.
Slide 4 - Quiz
Waarom is er een minimumloon ingesteld?
A
Om bedrijven te beschermen.
B
Om arbeiders te beschermen.
Slide 5 - Quiz
Wie is het aanbod op de arbeidsmarkt?
A
Bedrijven en instellingen die werk aanbieden.
B
Mensen die werk aanbieden.
Slide 6 - Quiz
Werkgelegenheid
Het aantal arbeidsplaatsen dat beschikbaar is bij bedrijven en bij de overheid.
Beroepsbevolking
Alle mensen tussen de 15 jaar en de AOW-leeftijd die:
- Minimaal 12 uur per week betaald werk verrichten. - Op zoek zijn naar betaald werk voor minimaal 12 uur per week én geregistreerd staan bij het UWV WERKbedrijf als werkzoekenden.
Arbeidsmarkt
Het totaal van aanbod van arbeid en vraag naar arbeid.
Slide 7 - Slide
Als het aanbod groter is dan de vraag
Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
>
Werkloosheid
Slide 8 - Slide
Het UWV-WERKbedrijf
De taken van het UWV-WERKbedrijf zijn:
Registreren van werklozen
Helpen met zoeken naar een baan
Beoordeelen of een werkloze recht heeft op een werkloosheidsuitkering
Slide 9 - Slide
Vraag naar arbeid
Aanbod van arbeid
De JUMBO is op zoek naar vakkenvullers.
Rico wil graag als postbezorger aan de slag.
Slide 10 - Drag question
Wat is een juiste volledige omschrijving van het UWV Werkbedrijf?
A
Het UWV werkbedrijf adviseert bedrijven.
B
Het UWV Werkbedrijf verstrekt uitkeringen.
C
Het UWV Werkbedrijf helpt mensen bij het vinden van een baan. Als het niet lukt om een baan te vinden kan men een uitkering aanvragen .
D
Het UWV werkbedrijf neemt mensen in dienst die zelf geen werk kunnen vinden.
Slide 11 - Quiz
Vul in: 'groter' of 'kleiner'?
Bij werkloosheid is het aanbod .................. dan de vraag!
A
groter
B
kleiner
Slide 12 - Quiz
Wat gebeurt er met de werkgelegenheid wanneer een bedrijf failliet gaat?