Dinsdag 10 december 2024

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Dinsdag 10 december 2024

Slide 2 - Slide

Programma
- Lezen
15 min
- Terugblik vorige les
10 min
- "Spelling"
15 min
-Oefenen
30 min
-Afsluiting
10 min

Slide 3 - Slide

Lezen
Je pakt je leesboek voor je en we beginnen met klassikaal lezen!





Slide 4 - Slide

Terugblik vorige les
Grammatica
Samengestelde zinnen
Voegwoorden

Slide 5 - Slide

Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn.
enkelvoudig
een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm. Er kunnen wel meer werkwoorden zijn. Deze werkwoorden zijn samen onderdeel van het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk)
EV
samengesteld
een samengestelde zin heeft twee (of meer) persoonsvormen.
Verander de zin van tijd om te zien wat de persoonsvormen zijn.

SG
enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Tijdens de voetbalwedstrijd mogen de supporters niets drinken op de tribune.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
De uitblinkende middenvelder wilde nog niet zeggen of hij nog een jaar blijft.
De supporters hopen dat hij besluit nog een jaar bij hun club blijft.
Hij heeft het enorm naar zijn zin, maar een avontuur is ook interessant.
De trainer blijft nog een seizoen of hij gaat toch met pensioen.

Slide 6 - Drag question

Wat is een voegwoord?
Een voegwoord ...
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Link

Spelling
Spelling

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:

* Weet je de theorie over werkwoordspelling van leerjaar 2

Slide 10 - Slide

H39 ging over werkwoordspelling. Hoe zat het ook alweer met sterke/zwakke werkwoorden? 
Zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
In de verleden tijd blijft de klank hetzelfde.
In de verleden tijd verandert de klank.

Slide 11 - Drag question

0

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Nieuw Nederlands
Cursus 7 > Spelling
Paragraaf 10 maken
Opdracht 1 t/m 5


KLAAR?
Fictie verwerkingsopdrachten (af) maken
Cursus 7 > oefentoetsen maken
Cursus 8 > Puzzelen 


Slide 14 - Slide

Ik vind werkwoordspelling...
Heel makkelijk
Meestal makkelijk
Meestal moeilijk
Heel moeilijk

Slide 15 - Poll

Heb je het lesdoel van vandaag behaald?
> Weet je de theorie over werkwoordspelling van leerjaar 2
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Link