H5 - Herhaling Leefomgeving - Stedelijke gebieden

HAVO 5 - herhaling Leefomgeving 
"Stedelijke gebieden"
1 / 53
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

HAVO 5 - herhaling Leefomgeving 
"Stedelijke gebieden"

Slide 1 - Slide

Als ik terugdenk aan het onderwerp "Stedelijke gebieden in Nederland", dan houd ik daar dit gevoel aan over...
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leg uit welke invloed het groeikernenbeleid had op de bereikbaarheid van de stad (oorzaak-gevolg)

Slide 5 - Open question

Antwoord:
  • Door het groeikernenbeleid ging men wonen in de groeikern, maar bleef men werken in de grote stad (oorzaak, 1p)
  • waardoor de mobilitieit toenam / de files/congestie toenamen en de bereikbaarheid van de stad afnam (gevolg, 1p) 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Daarnaast: groeikernen leiden ook tot meer files, dus graag meer wonen in de stad!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Steigereiland maakt deel uit van de nieuwbouwwijk IJburg. Beredeneer of deze locatie voor een nieuwbouwwijk past in het huidige overheidsbeleid ten aanzien van het wonen in grote steden.

Slide 12 - Open question

Antwoord:
Uit de redenering moet blijken dat
β€’ het overheidsbeleid gericht is op de compacte stad / het bouwen van VINEX-locaties 1p
β€’ een nieuwbouwlocatie vlakbij de bestaande stad past bij dit beleid 1 p

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Opdracht
We gaan zometeen in sneltreinvaart een aantal locaties in verschillende steden langs, waarin grote vernieuwingen plaatsvinden. Daarna krijg je de volgende vraag:
- Benoem minstens drie gemeenschappelijke kenmerken van deze locaties.
- Geef aan waarom juist op dit soort locaties grote ontwikkelingen plaatsvinden.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

- Benoem minstens drie gemeenschappelijke kenmerken van deze locaties.
- Geef aan waarom juist op dit soort locaties grote ontwikkelingen plaatsvinden.

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide


Slide 28 - Open question

Zet de wijken in de juiste chronologische volgorde 
(1 = het oudst)
flatwijk
arbeiders-wijk
woonerf
Vinexwijk
stads-centrum

Slide 29 - Drag question

Leefbaarheid
In beeld brengen van de leefbaarheid gebeurt aan de hand van een buurprofiel. Een buurtprofiel bestaat uit 3 onderdelen:
  1. woningkenmerken 
  2. bewonerskenmerken
  3. kenmerken van de woonomgeving

Mede op basis van dit buurtprofiel gaat een gemeente aan de slag met de leefbaarheid.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Een woningkenmerk uitgelicht: 'eigendom'
Welke opties zijn er bij dit woningkenmerk?

Slide 32 - Open question

Eigendom:
-Koopwoning
-Particuliere huurwoning
-Sociale huurwoning (via een woningbouwcorporatie)

Slide 33 - Slide

Wat is het verband tussen het woningkenmerk 'eigendom' en de kwaliteit van een buurt'?
Leg ook uit waarom!

Slide 34 - Open question

Wat kan het gevolg zijn voor de bewonerssamenstelling van een buurt als alle huurwoningen worden verkocht? (oorzaak-gevolg)

Slide 35 - Open question

Een voorbeeld van een juiste beschrijving:
-als alle huurwoningen in een buurt worden verkocht kunnen de bewoners met een laag inkomen niet meer in de buurt blijven wonen (oorzaak)

-waardoor het gemiddeld inkomen per huishouden in de buurt toeneemt / waardoor de buurt op sociaal-economisch vlak minder divers wordt.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

In welk type wijk is deze foto gemaakt?
A
oude arbeiderswijk
B
naoorlogse wijk
C
bloemkoolwijk
D
Vinex-wijk

Slide 38 - Quiz

Welke bewoners- en woningkenmerken uit het buurtprofiel horen bij deze wijk?
A
relatief veel koopwoningen, goede staat van onderhoud, relatief hoge inkomens,
B
veel sociale huurwoningen, veel gezinnen met kinderen, hoog percentage eengezinswoningen
C
veel sociale huurwoningen, hoog percentage inwoners met een migratieachtergrond, slechte staat van onderhoud
D
relatief lage inkomens, veel gezinnen met kinderen, hoog percentage inwoners met een westerse migratieachtergrond

Slide 39 - Quiz

Kenmerken van de woonomgeving
Naast 'woningkenmerken' en 'bewonerskenmerken' het derde aspect uit het buurtprofiel.

Bij een analyse van de woonomgeving wordt gekeken naar de leefbaarheid. Leefbaarheid bestaat uit verschillende aspecten:
  1. sociale (on)veiligheid
  2. de kwaliteit van de openbare ruimte
  3. sociale cohesie
  4. aanwezigheid van wijkvoorzieningen

Slide 40 - Slide

1. Sociale veiligheid

Slide 41 - Slide

Welk type sociale veiligheid hoort bij welke bron?
subjectieve (on)veiligheid
objectieve (on)veiligheid

Slide 42 - Drag question

1. Sociale veiligheid

Slide 43 - Slide

2. De kwaliteit van de openbare ruimte

Slide 44 - Slide

Als je kijkt naar toegankelijkheid, onderhoud, overzichtelijkheid en toezicht, is deze openbare ruimte dan sociaal veilig? Leg uit!

Slide 45 - Open question

Slide 46 - Slide

3. Sociale cohesie

Slide 47 - Slide

4. Wijkvoorzieningen
Via de wijkvoorzieningen – zoals winkels, basisscholen of ontmoetingscentra – kan de sociale samenhang in een wijk beΓ―nvloed worden. In buurthuizen kun je van alles organiseren, zoals culturele projecten of sportactiviteiten voor jongeren, taallessen of opvoedkundige ondersteuning voor nieuwkomers uit andere landen of een wijkbanenmarkt.

Slide 48 - Slide

We keken net naar een clip over gentrification. Wat is de invloed van gentrification op de wijkvoorzieningen? (oorzaak-gevolg, 2p)

Slide 49 - Open question

Wat is de invloed van gentrification op de wijkvoorzieningen?
Door gentrification verandert de bevolkingsamenstelling. Er komen steeds meer mensen met hogere inkomens te wonen  (oorzaak, 1p), waardoor er steeds meer voorzieningen komen die aansluiten bij de hogere inkomensgroepen (gevolg, 1p)

Slide 50 - Slide

voor gentrification
na gentrification

Slide 51 - Slide

Leg aan de hand van een concreet voorbeeld uit wat wordt bedoeld met een smart city.

Slide 52 - Open question

Als ik na deze les denk aan het onderwerp "Stedelijke gebieden in Nederland", dan houd ik daar dit gevoel aan over...
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 53 - Poll