Paragraaf 1.2 Gewoontes, gebruiken en leefregels

Gewoontes, gebruiken en leefregels


paragraaf 1.2 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Gewoontes, gebruiken en leefregels


paragraaf 1.2 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 

  • Leerdoelen 
  • Regels  
  • Stromingen.  
  • Portfolio opdracht 
  • Huiswerk 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Jullie kunnen uitleggen waarom er regels zijn.
Jullie kennen de gulden regel
Jullie kunnen de tien geboden benoemen.
Jullie kennen een aantal regels bij de verschillende geloven 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Schrijf zoveel mogelijk regels op die thuis gelden.

Slide 5 - Mind map

Welke regels gelden er allemaal op school?

Slide 6 - Mind map

Opdracht: Maak één regel die voor je ouders moet gelden

Schrijf op een papier welke regel jij wilt voor je ouders.  
Bijv. Als regel wil ik dat mijn ouders meer zakgeld geven.  
Je moet wel kunnen uitleggen waarom! 
Hier heb je 1 minuut voor! 

Slide 7 - Slide

Maak één regel die voor je ouders moet gelden

Slide 8 - Open question


‘Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden’.  

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Gulden Regel in de levensbeschouwingen. 
Hindoeïsme: Doe uw naaste niets wat gij hem later niet u wenst te doen. 
Jodendom: Wat onaangenaam voor u is, doe dat ook niet tegen uw medemens. 
Boeddhisme: Kwets anderen niet op wijzen die gij zelf kwetsend zou vinden. 
Christendom: En gelijk gij wilt dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo. 
Islam: Geen van u is een gelovige totdat hij voor zijn broeder wenst, wat hij voor zichzelf wenst.  

Slide 11 - Slide

De 10 geboden
  1. Er is maar één God. 
  2. Je mag geen andere goden dienen. 
  3. Je mag de naam van God niet zomaar uitspreken. 
  4. De laatste dag van de week moet je rusten. 
  5. Eer je vader en moeder. 
  6. Je mag iemand niet doodslaan. 
  7. Je mag iemand van wie je houdt, niet in de steek laten. 
  8. Je mag niet stelen. 
  9. Je mag niet liegen. 
  10. Je mag niet iets van een ander willen hebben.  

Slide 12 - Slide

Stellingen
Bedenk bij de volgende stellingen waar of niet waar. 

Slide 13 - Slide

Ouders hebben altijd gelijk


A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Ouders denken dat ze altijd gelijk hebben

A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Als mijn ouders mij iets verbieden, gehoorzaam ik meestal wel.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Ouders zouden vaker naar hun kinderen moeten luisteren.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Ouders weten niet waar jongeren van nu mee bezig zijn. Hun regels zijn achterhaald.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Ook al ben ik het soms niet met ze eens, ik luister toch naar mijn ouders omdat het mijn ouders zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Mijn ouders luisteren naar mijn mening en houden daar rekening mee
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Mensen die ouder zijn dan ik, verdienen vanzelfsprekend mijn respect
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Hoe zie je verder regels terug in het geloof? 


Het christendom.  
Het jodendom  
De islam 
Het hindoeïsme.  

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Het christendom
Bidden. 
Slaan van een kruisteken. 
Bijbel. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Jezus geeft een nieuwe betekenis aan de wet:

'Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is' - deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak:
'Heb uw naaste lief als uzelf.'

Rom. 13,9

Slide 26 - Slide

Het jodendom
Geen varkensvlees. 
Koosjer 
Sabbat.  
Thora.  

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

De tien geboden helpen de joden hoe ze goed en gelukkig kunnen leven.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

De islam
De salaat. 
5x Bidden richting Mekka 
Hallal ‘ Bismallah Allahu Akbar’. 
Bismillah 
Ramadan.  

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Het Hindoeisme
Huisaltaar. 
Mediteren. 
Veda’s.  

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Verhaal:
  • Maak een verhaal waarin je laat zien wat de Gulden Regel in het dagelijks leven inhoudt.  
  • Moet minstens 1 a4tje lang zijn.  
  • Geen scheldwoorden. 
  • Blijf realistisch.  

Stripverhaal:
  • Maak een strip waarin je laat zien wat de Gulden Regel in het dagelijks leven inhoudt.  
  • Moet tenminste vier vakjes zijn waarin dit gebeurd. 
  • Geen scheldwoorden. 
  • Blijf realistisch.  

Slide 36 - Slide

Huiswerk
  • Maken van paragraaf 1.2 de opdrachten 18 t/m 32 (niet 21 en 27) 
  • Portfolio opdracht Gulden Regel af.   

Slide 37 - Slide