Kaarsje
Kaarsje
De lont verkoolt in het vlamhart en ervoor
staat de wapenbroeder van Jeanne d’Arc. Hij zag
machteloos toe hoe ze terecht werd gesteld.
Iedere keer wanneer hij een licht opsteekt,
ziet hij een geblakerde, terugstaren
vanuit het vuur. Neemt waar dat hij toekijkt en
wat hij ook lijkt, het is niet voldoende.
.
Ellen Deckwitz, uit: 'Liter',15, nr. 66, 2012
Sterfbed
Mijn vader sterft; als ik zijn hand vasthoud,
voel ik de botten door zijn huid heen steken.
Ik zoek naar woorden maar hij kan niet spreken
en is bij elke ademtocht benauwd.
Dus schud ik kussens en verschik de deken,
waar hij met krachteloze hand in klauwt;
ik blijf zijn kind, al word ik eeuwen oud,
en blijf als kind voor eeuwig in gebreke.
Wij volgen éen voor éen hetzelfde pad,
en worden met dezelfde maat gemeten;
ik zie mijzelf nu in zijn bed gezeten
zoals hij bij zijn eigen vader zat:
straks is hij weg, en heeft hij nooit geweten
hoe machteloos ik hem heb liefgehad.
Sterfbed, Jean Pierre Rawie,
uit: 'Onmogelijk geluk', 1992.