Oefentoets Zebra H11 les 1 en les 2

• NT2
• ISK

Oefentoets Zebra H11 les 1 en 2

Vul het goede woord in:
Ik ga in de vakantie bij mijn tante in Amsterdam ___________.

Vul het goede woord in:
Van mijn moeder moet ik ___________ doen aan mijn tante.

Vul het goede woord in:
Ik moet in Rotterdam _________ op de trein naar Amsterdam

Vul het goede woord in:
Ik hoop dat ik _________ kleding in mijn koffer heb gedaan.

Vul het goede woord in:
Ik wacht op _________ tot de trein komt.

Vul het goede woord in:
Ik ben 10 minuten later. De trein heeft___________

Vul het goede woord in:
Ik hoop dat ik nog genoeg________ op mijn ov-chipkaart heb.

De tijd dat het heel druk is in de trein.

De bus of trein ingaan.

Een andere trein of bus nemen.

Dit doe je als je te weinig saldo hebt.

Dit doe je met je ov-chipkaart in de bus.

Bij vrienden of familie blijven slapen.

inchecken

instappen

overstappen

opladen

de spits

logeren

Welk woord hoort er niet bij?

1. achterin
2. inchecken
3. het poortje

Welk woord hoort er niet bij?

1. halen
2. missen
3. stilstaan

Welk woord hoort er niet bij?

1. de conducteur
2. logeren
3. de trein

Welk woord hoort er niet bij?

1. opladen
2. varen
3. vliegen

Welk woord hoort er niet bij?

1. het enkeltje
2. het retourtje
3. weinig

achterin

weinig

het retourtje

het zuiden

Zoek de tegenstellingen:

instappen

lopen

vertraging

halen

voorin

missen

veel

stilstaan

het enkeltje

op tijd

uitstappen

het noorden

logeren

het perron

onderweg

inpakken