What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5H - L7 P1: Genitiv & Adjektivdeklination
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,5
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat zijn de naamvallen?
Naamvallen beschrijven de functie van een zinsdeel in een zin.
1e naamval = onderwerp van een zin
2e naamval = bezit
3e naamval = meewerkend voorwerp
4e naamval = lijdend voorwerp
Met de naamvallen verandert
het lidwoord/bezittelijk voornaamwoord!
Slide 2 - Slide
Lernziele
- du verstehst was Genitiv ist
- du verstehst die deutsche Adjektivdeklination
- du hast mit Genitivformen und Adjektivdeklination geübt
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
De tweede naamval drukt uit dat twee personen of zaken bij elkaar horen. In het Nederlands gebruiken we dan meestal
van
. Bijvoorbeeld:
de auto
van mijn
zus - das Auto
meiner
Schwester
Slide 7 - Slide
In het Nederlands?
Het Koninkrijk der Nederlanden
Het Leger des Heils
's avonds (=des avonds)
's Gravenhage
plek des onheils
de heer des huizes
de tand des tijds
Slide 8 - Slide
Der-groep:
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
des + (e)s der des + (e)s der
dieses + (e)s dieser dieses +(e)s dieser
Ein-groep:
mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud
eines+(e)s einer eines keiner
meines+(e)s meiner meines+(e)s meiner
Slide 9 - Slide
2e naamval:
wessen
?
in het Nederlands:
wiens
fiets,
wier
voornemen?
Vragend voornaamwoord
Slide 10 - Slide
2e naamval of
von
?
In
spreektaal
komt
von
wel regelmatig voor ...
-bij namen van personen: die Eltern
von
Tim
-bij geografische namen: der Hafen
von
Hamburg
Slide 11 - Slide
-s of -es?
Mannelijke en onzijdige woorden krijgen in de 2e naamval de uitgang
-s
,
maar soms wordt in plaats daarvan de uitgang
-es
gebruikt:
-achter woorden die eindigen op een s-klank :
die Quelle des Flusses
(der Fluss)
-soms moet je de -s aan het einde verdubbelen:
die Tore des Gefängnisses
(der Gefängnis)
-achter woorden met 1 lettergreep:
der Keller meines Hauses, die Mähnen des Pferdes
Slide 12 - Slide
1. De mening van mijn zus =
Die Meinung _________ Schwester__
A
meiner Schwester
B
meines Schwesters
Slide 13 - Quiz
2. Der Turm jen___ Kirche____ (die)
A
jenes Kirches
B
jener Kirche
C
jener Kirches
D
jenes Kirche
Slide 14 - Quiz
3. Die Mutter dies____ Kind____
A
dieser Kindes
B
dieser Kind
C
dieses Kindes
D
dieses Kind
Slide 15 - Quiz
4. Der Erfolg sein_____ Arbeit____(die)
A
seiner Arbeit
B
seiner Arbeits
C
seines Arbeit
D
seines Arbeits
Slide 16 - Quiz
5. Die Freiheit all_____ Bürger___ (mv)
A
alles Bürgers
B
alles Bürger
C
aller Bürger
D
aller Bürgers
Slide 17 - Quiz
6. Das Haus unser____ Onkel___
A
unseres Onkels
B
unseres Onkel
C
unserer Onkels
D
unserer Onkel
Slide 18 - Quiz
7. der Erfolg .......... (haar) Arbeit ...
Slide 19 - Open question
"Adjektive"
Bijvoeglijke naamwoorden
Slide 20 - Mind map
Bijvoeglijk naamwoord
→ zegt iets over een zelfstandig naamwoord
→ krijgt een uitgang,
net zoals in het Nederlands
het kleine meisje
een klein meisje
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
oefenen
Je krijgt nu een reeks oefenvragen.
Houd je schema ernaast.
Slide 23 - Slide
Oefenen in de eerste naamval
de oude man - der Mann
een witte hond - ein Hund (m)
zijn lieve vrouw - seine Frau (v)
uw kleine katje - Ihr Kätzchen (o).
kleines
weißer
alte
liebe
Slide 24 - Drag question
Wat ben je toch een groot kind!
Was bist du doch ein ... Kind (o)!
A
groß
B
große
C
großes
D
großen
Slide 25 - Quiz
Er ist ein ... Freund!
A
gute
B
guter
C
gutes
D
guten
Slide 26 - Quiz
Ich habe einen ... Hund (m).
A
kleine
B
kleinen
C
kleines
D
kleiner
Slide 27 - Quiz
Er verkauft der ... Frau ein Kleid.
A
dicke
B
dicker
C
dicken
D
dickes
Slide 28 - Quiz
Ich gehe mit meinen ... Freunden.
A
neue
B
neuer
C
neues
D
neuen
Slide 29 - Quiz
Welche ... Schülerin hat mir geholfen?
A
liebe
B
liebes
C
liebes
D
lieben
Slide 30 - Quiz
Huiswerk
maken: opdr. 7 t/m 10 van Lektion 1 en 2 t/m 4 van Lektion 4
leren: Lernbox 4 van Kapitel 5
Slide 31 - Slide
More lessons like this
Genitiv & Adjektivdeklination (Gram. B en C)
March 2024
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Genitiv
September 2024
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-3
oktober 2024 vwo 5 Naamvallen: Hoe zat het ook alweer?
May 2021
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3gym Genitiv
September 2023
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-3
Der Genitiv (de 2e naamval)
January 2024
- Lesson with
10 slides
Duits
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 5
12 februari/vwo 4/Der Genitiv (de 2e naamval)
February 2024
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 5
Der Genitiv (de 2e naamval)
December 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 5
Der Genitiv (de 2e naamval)
January 2024
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo, vwo
Leerjaar 5